Naessens, Maurits

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Antwerpen 26 september 1908 – Meise 5 september 1982).

Studeerde eerst aan het atheneum van Antwerpen, daarna tot 1926 in Chimay. Naessens werkte in de maritieme sector en als bankbediende. Daarna behaalde hij het diploma van licentiaat in de handelswetenschappen aan de Rijkshogeschool te Antwerpen (1930), in de politieke wetenschappen aan de Université libre de Bruxelles (1941) en in de economische wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Gent (1943). Tijdens zijn opleidingen bleef hij meestal werken.

Voor de Tweede Wereldoorlog was Naessens van nabij betrokken bij de socialistische beweging. Tijdens zijn opleiding aan de Antwerpse Rijkshogeschool was hij medeoprichter van een Socialistische Studentenkring. Samen met Jef Rens en Frans Detiège stichtte hij in 1930 Menschen, vanaf het vierde nummer het tijdschrift van het Vlaamsch Verbond van Socialistische Studenten (opgericht in 1931 door Naessens, Hendrik Fayat en Rens). Naessens was er tot maart 1931 de redacteur van. In 1932 was hij medeoprichter van de socialistische Anti-Oorlogliga die propaganda maakte voor dienstweigering. Beroepshalve werd Naessens in 1930 aangesteld als secretaris van het Werk van de Vrije Tijd voor de Arbeider en als tweede secretaris van de federatie van de Belgische Werkliedenpartij (BWP) van het arrondissement Antwerpen. In 1932 werd hij secretaris van de BWP van de stad Antwerpen. Als nationaal secretaris van het actiebureau van het Plan van de Arbeid (1934) was hij de facto secretaris van Hendrik de Man. In 1935 werd hij eerst Vlaams en nadien nationaal secretaris van de propagandacentrale van de BWP en trad hij toe tot het nationaal bureau van de socialistische partij. Hij was medewerker van verschillende socialistische ministers, onder anderen Paul-Henri Spaak en Arthur Wauters.

In 1937 organiseerde Naessens de nationale socialistische Guldensporenviering in Kortrijk. Hij leidde de socialistische actie voor de verkiezing van Paul van Zeeland, tegen Rex en het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV), in 1938 en 1939. In 1939-1940 was hij achtereenvolgens kabinetsmedewerker van de eerste minister, van de minister van voorlichting en van de minister van openbare werken en werkverschaffing. In die hoedanigheid voerde Naessens in december 1939 en januari 1940 samen met F.J. Willems enkele informele gesprekken met de VNV-leiders Victor Leemans, Gerard Romsée, Ernest van den Berghe en wellicht ook Antoon Mermans. Naessens volgde De Man een tijdlang in de richting van de collaboratie en nam onder andere deel aan een door de Duitsers georganiseerde propagandareis naar Berlijn. Tijdens de bezetting was hij gedurende korte tijd ambtenaar op het ministerie van financiën, na de oorlog werd hij er directeur.

Na de bevrijding verbood de ereraad van de Belgische Socialistische Partij hem nog verder functies in of voor de partij uit te oefenen. Van 1945 tot 1947 werkte hij voor de liberale minister van invoer, Paul Kronacker. Van 1947 tot 1950 stond hij aan het hoofd van de Algemene Spaar- en Lijfrente Kas, om in 1950 hoofd van de Bank van Parijs en de Nederlanden (later Paribas) te worden. Naessens oefende deze functie uit tot in 1974. In dat jaar was hij tijdelijk voorzitter van Paribas en in 1977 werd hij erevoorzitter. Hij was tevens hoogleraar openbare financiën aan het Rijksuniversitair Centrum Antwerpen (1951-1978) en aan het Hoger Handelsinstituut van Bergen (1952-1956).

Naessens verdedigde een grote autonomie voor Vlaanderen en Wallonië binnen een verenigd Europa. Brussel moest daarin, als hoofdstad van Europa, een eigen structuur krijgen. Hij beklemtoonde het belang van de ontwikkeling van de Vlaamse persoonlijkheid, vooral op wetenschappelijk en artistiek gebied. Naessens was lid van talrijke Vlaamse organisaties op economisch, cultureel en wetenschappelijk vlak. Hij was medeoprichter van de Vereniging voor Economie en voorzitter van het Wetenschappelijke Economisch Congres in 1961. Van 1963 tot 1979 was hij ondervoorzitter van het Vlaams Economisch Verbond. In 1965 nam hij het initiatief voor de stichting van de kunstuitgeverij Mercatorfonds, waarvan hij in 1979 erevoorzitter werd. Vanaf 1968 was hij gedurende tien jaar voorzitter van de Vlaamse afdeling van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, daarna erevoorzitter. In 1969 zetelde hij in de commissie die de splitsing van de Brusselse universiteit voorbereidde (onderwijs). In 1980 nam hij een beheersmandaat op in de Vlaamse Toeristenbond – Vlaamse Automobilistenbond.

Naessens ontving verschillende onderscheidingen, waaronder de Rembrandtprijs voor culturele prestaties in het Nederlandse taalgebied (1968), de Gouden Griffioen voor zijn activiteiten binnen de kunstuitgeverijen Arcad en Mercatorfonds (1970) en de erepenning van het Vlaams Parlement (1978).

Werken

Controle en nationalisatie van de bewapeningsindustrie, 1936.

Literatuur

H. Liebaers (e.a.), Maurits Naessens. Het boek van de vriendschap, 1908-1978, 1978; 
W. de Bock, 'Bankier Naessens overleden', in De Morgen (7 september 1982); 
'Maurits Naessens, de "superbe humanist"', in De Standaard (6 september 1982); 
'Maurits Naessens, overleden', in Gazet van Antwerpen (7 september 1982).

Auteur(s)

Nele Bracke