Moortgat, Antoon
(Antwerpen 10 mei 1862 – Braunschweig 23 maart 1927).
Autodidact, die achtereenvolgens leraar was aan het Antwerps Atheneum, waar hij in 1890 met Pol de Mont de Vlaamsche Kring nieuw leven inblies, hoofdredacteur van De Koophandel (1895-1897), nadien van De Nieuwe Gazet (1897-1899) en van een eigen Vlaamsgezind, onpartijdig dagblad De Vroegpost (1899-1901), waarin hij tijdens de Boerenoorlog heftige anti-Engelse standpunten innam. Daarop werd Moortgat administratief medewerker bij een Antwerpse wijnhandelaar, tot zijn politieke vrienden hem tot griffier van de Handelskamer benoemden. Moortgat stond als temperamentvol polemist steeds te midden van het persgebeuren. Zo vormde hij samen met Karel Angermille de redactie van het Vlaamsgezinde Antwerpse hekelblad Phenix (1891-1892), drukte een tijdlang Congo "Wekelijksche tolk der Belgische koloniale belangen" (1897-1900) en was hoofdredacteur (en tijdelijk ook drukker) van De Talenstudent (1898-1899), een informatieblad voor talenstudie. In de vrijzinnige Antwerpse kringen was Moortgat bekend als dichter, toneelauteur (Uilespiegel, 1903; De Bremer Straatmuziek, 1916) en -vertaler (Cyrano de Bergerac) en als lid van het Taalverbond (dat in 1892 zijn novelle Versleten uitgaf). Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij mee aan De Vlaamsche Gazet (1914-1915). Inmiddels was hij al enkele jaren leraar aan de stedelijke Handelsleergangen. In de zomer van 1918 werd hij directeur van de pas vervlaamste Hoogere Handelsschool te Antwerpen. Voor dit engagement in het activisme werd Moortgat tot een jaar gevangenis veroordeeld. Hij week echter uit naar Duitsland, waar hij in ballingschap overleed.