Militaire Organisatie (MO)
organisatie opgericht door Staf de Clercq, leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV), tijdens de mobilisatie na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog (1939-1940).
De Clercq wilde met oog op het mogelijk betrokken geraken van België in de oorlog een organisatie van VNV'ers in het Belgisch leger, naar het model van de geheime Frontbeweging tijdens de Eerste Wereldoorlog. Officieel opereerde de MO onder het mom van een sociale organisatie die gemobiliseerde VNV'ers voorzag van lectuur, de zogenaamde 'pakjes van de soldaat' enzovoor. In werkelijkheid moesten de leden van de MO in de handen van De Clercq een eed afleggen waarin ze zich bereid verklaarden elk bevel uit te voeren, ook als dat inging tegen de bevelen van het leger. De MO had dus intrinsiek een subversief karakter. De Clercq beoogde de vorming van een instrument waarmee hij de Belgische regering en/of de bezetter onder druk kon zetten. Hij dacht daarbij aan een analoog scenario met de Eerste Wereldoorlog, met dat verschil dat hij ook aan de mogelijkheid van een Franse inval geloofde. De Clercq lichtte de Duitse Abwehr in over de MO via de agent Fritz Scheuermann die in Vlaanderen had gestudeerd en gehuwd was met een Vlaamse. Scheuermann heeft tot net voor de Duitse inval contact gehad met De Clercq en rapporteerde zijn bevindingen aan zijn oversten. Het snelle verloop van de Duitse inval en het optreden van de Belgische Veiligheid, die op de hoogte bleek van de structuur van de MO, verhinderde dat de MO in werking trad tijdens de Achttiendaagse Veldtocht. Zowat de hele niet-militaire top van de MO die voor de verbinding met de gemobiliseerde MO'ers moest zorgen werd op de ochtend van de Duitse inval opgepakt: Bert Meuris, Reimond Tollenaere, Miel d'Hondt. Herman van Ooteghem kon op het nippertje ontkomen en dook onder. Voorts was er nog een vijfde niet geïndentificeerde leider. De Clercq zelf werd ook opgepakt maar weer vrijgelaten. De VNV- leider had onmiddellijk na en vrijwel zeker nog voor de capitulatie contact met de Abwehr. Wellicht in samenspraak met deze militairen liet hij in de eerste maanden van de bezetting door MO'ers rapporten opstellen waaruit moest blijken dat de MO de Duitse inval had vergemakkelijkt. In sommige rapporten was sprake van sabotage. Zo hoopte hij de nodig goodwill te bereiken bij de allerhoogste instanties in het Derde Rijk om het VNV te erkennen als de nationaal-socialistische eenheidspartij van Vlaanderen. Tijdens zijn eerste openbare redevoering op 10 november 1940 en ook later nog alludeerde hij op het hoogverraad van het VNV tijdens de Achttiendaagse Veldtocht. Het was een opzienbarende verklaring, ook in zijn eigen rangen.
Literatuur
B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams- nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994;
J. van Dingenen, Zijn doel, zijn middelen: Staf De Clercq, het VNV en de collaboratie, 1995.