Matthys, Luc (eigenlijk Lucien)

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Deinze 17 juni 1902 – Leuven 28 juli 1977).

Studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en werd er tevens licentiaat in de thomistische wijsbegeerte. Aanvankelijk was Matthys advocaat bij het hof van beroep te Gent, daarna industrieel te Deinze.

In 1917 stichtte hij te Deinze de studentenbond Deinze nooit deinze; hij werd ook voorzitter van de gouwbond Oost- Vlaanderen van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS). Te Leuven was hij bestuurslid van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV) en voorzitter van Amicitia.

Matthys trad toe tot de Vlaamsch Nationale Volkspartij van Hendrik Elias. Hij stichtte het Vlaams- nationalistisch weekblad De Leie dat verspreid werd in de streek rond Deinze en dat in 1932 fuseerde met De Voorwacht van Elias. In 1932 werd hij verkozen in de gemeenteraad van Deinze als enige Vlaams-nationalist. Hij werd meteen schepen. Hij werd in 1932 ook verkozen voor de Oost- Vlaamse provincieraad waarin hij zetelde tot 1945. Van 1936 tot 1944 was hij ondervoorzitter van de provincieraad.

Matthys was in 1933 betrokken bij de stichting van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) waarbij hij behoorde tot de radicale groep rond Tony Herbert en Paul-Felix Beeckman. Op de allereerste ontwerpen voor de nieuwe partij werd zijn naam al genoemd als leider van een "sociale centrale", een functie waarin hij in oktober 1933 werd benoemd door Staf de Clercq, de leider van de nieuwe partij die toen van start ging. Uit hoofde van zijn functie zetelde hij ook in de Hoofdraad van de partij. Matthys was de verbindingsman tussen het VNV en het Vlaamsch Nationaal Syndicaat (VNS), de bij het VNV aanleunende vakbond, die in principe onder de Sociale Centrale viel. In de beginjaren was dit theorie, daar het VNS nog relatief onafhankelijk stond. Via Matthys probeerde De Clercq meer greep te krijgen. In 1935 trad Matthys toe tot het hoofdbestuur van VNS als juridisch adviseur. Matthys zetelde ook in het dagelijks bestuur van de Landsbond der Vlaamsch-Nationalistische Mutualiteiten. In 1936 trad hij toe tot de Algemene Raad van Arbeidsorde en hij sprak op het eerste congres van de organisatie in Antwerpen op 7 november 1937. In 1936 en 1939 stond Matthys op een onverkiesbare 3de plaats van de Kamerlijst voor het arrondissement Gent-Eeklo, na Elias en Jozef de Lille. Van 1938 tot 1940 was hij beheerder en aandeelhouder van het dagblad Volk en Staat.

In al de genoemde organen vervulde Matthys een eerder onopvallende vertegenwoordigende rol. Na een herstructuring in 1936 verdween hij uit de VNV-leiding. Hij evolueerde naar een gematigd federalistisch standpunt. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1938 vormde hij in Deinze een concentratielijst met de Katholieke Vlaamsche Volkspartij (KVV) en hij kon zijn schepenfunctie verlengen. Ook in de provincie bestuurde hij als ondervoorzitter samen met de katholieken. Tijdens de bezetting speelde Matthys geen rol meer. Hij bleef buiten de collaboratie en werd na de oorlog niet gestraft. Hij werd wel geschorst als ondervoorzitter van de provincieraad, maar hij kreeg eervol ontslag als raadslid. Als schepen van Deinze nam hij in oktober 1941 ontslag.

Literatuur

B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams- nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994; 
N. Lehoucq en T. Valcke, De Fonteinen van de Oranjeberg: Politiek-institutionele geschiedenis van de provincie Oost- Vlaanderen van 1830 tot nu, II, 1997.

Verwijzingen

zie: Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Leuven, Sint-Thomasgenootschap.

Auteur(s)

Bruno de Wever