Maetschappy tot bevordering der Nederduitsche Tael- en Letterkunde
Vlaams genootschap, op 4 november 1836 door Jan F. Willems en Jan-Baptist David te Brussel opgericht om de bloei van de Nederlandse taal- en letterkunde te bevorderen.
Het ledental was bepaald op dertig; de zetel was te Brussel, terwijl er plaatselijke afdelingen voorzien werden te Antwerpen, Leuven, Gent en Brugge: deze zouden een zekere autonomie krijgen, maar dienden zich te verbinden de verspreiding van Vlaamse werken te bevorderen. Jaarlijks zou men afwisselend in elk dezer steden vergaderen om de verdere actie te bespreken en te coördineren. Het genootschap had Willems en David als bestuurders en stelde zich onder de bescherming van de regering: in ruil voor een jaarlijks verslag, uit te brengen bij de minister voor binnenlandse zaken, vroeg men 600 frank subsidie, die besteed werd aan het opzetten en uitgeven van een tijdschrift onder de (voorzichtige) titel van Belgisch Museum "voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands", dat onder redactie van Willems 10 jaargangen beleefde (1837-1846). Als enige verdere activiteit valt de organisatie van het Taelcongres (tot regeling van de spelling) in oktober 1841 te Gent te signaleren.
Literatuur
H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte, II, 1963.