Maes, Nelly

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Sinaai 25 februari 1941).

Was de eerste van zes kinderen in een landbouwersgezin uit het Waasland. Maes studeerde regentaat geschiedenis-Nederlands aan Onze-Lieve-Vrouw Presentatie in Sint-Niklaas, en gaf van 1960 tot 1971 les aan het Instituut Berkenboom in dezelfde stad. Tot 1964 was zij leidster in de Chirojeugd. Van 1958 tot 1968 was zij actief in het Jong-Davidsfonds, als lid van het nationaal bestuur en in de redactie van het tijdschrift Tijdingen, en geraakte zo betrokken bij de meningsverschillen tussen Davidsfonds en Jong-Davidsfonds.

In 1967 werd Maes actief in de Volksunie-afdeling in Sint-Niklaas. Bij de parlementsverkiezingen van 1968 nam ze, gesteund door Maurits Coppieters, de tweede plaats in op de Kamerlijst. Ze werd niet verkozen, maar werd wel nationaal voorzitter van de Volksunie-Jongeren, lid van de partijraad en van het partijbestuur. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 werd zij tot gemeenteraadslid in Sint-Niklaas verkozen. Zij bleef dit tot in 1996. Van 1989 tot 1996 was zij tevens schepen. Bij de parlementsverkiezingen van 1971 werd zij opnieuw niet verkozen, maar Coppieters stond zijn zetel aan haar af. Zij zetelde als volksvertegenwoordiger van 1971 tot 1978 en van 1985 tot 1991. Van 1981 tot 1985 zetelde zij als gecoöpteerd senator, en van 1991 tot 1995 als provinciaal senator voor Oost-Vlaanderen. Bij de verkiezingen in 1995 werd zij verkozen tot lid van het Vlaams parlement. In 1996 werd zij ondervoorzitter van de Volksunie (VU).

Maes legde in haar politieke en parlementaire werk een grote en veelzijdige belangstelling aan de dag. Zo werkte zij rond onderwijskwesties, en toonde hier een uitgesproken voorkeur voor een pluralistische benadering van het onderwijs. Sinds 1979 zetelde ze in de Nationale Schoolpactcommissie. In de VU was ze voorzitter van de werkgroep-onderwijs. Verder had zij interesse voor de gezins- en de vrouwenproblematiek, waarbij zij binnen de VU, onder meer omtrent de abortusdiscussie, een progressieve vrouwelijke klemtoon legde. In Sint-Niklaas was ze bestuurslid van het Centrum Man-Vrouw en Gezin. Ze was tevens een van de initiatiefnemers van de Federatie van Vlaamse Vrouwengroepen. Op het gebied van cultuur, verdedigde zij de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen. Inzake buitenlandse politiek bracht zij regelmatig haar bekommernis naar voren omtrent de politiek ten aanzien van de ontwikkelingslanden. Zij ontpopte zich als een fel tegenstander van de Belgische en mondiale wapenhandel, in het bijzonder met de Derde Wereld. Maes werd voorzitster van het Vlaams Internationaal Centrum, een Vlaams-nationalistische niet-gouvernementele organisatie voor ontwikkelingssamenwerking. Verder was ze bestuurslid van de Vlaamse Vereniging voor Opleidingsprogramma's in het buitenland. Ten slotte lag de sociale en economische ontwikkeling van het Waasland haar nauw aan het hart. Van 1976 tot 1985 was ze lid van de Gewestelijke Economische Raad voor Vlaanderen.

Maes werd omwille van haar uitgesproken vrouwelijke en progressieve standpunten vaak gecontesteerd, zowel in de VU als in de brede V.B. Zo bezorgde 't Pallieterke haar de bijnaam van "Rode Nelly" omwille van de door dit blad als te links ervaren standpunten van deze politica.

Werken

Artikelen in Het Pennoen; De Nieuwe; Vlaanderen in de Wereld; Wij; 
'Wat te doen met Jong-Davidsfonds?', in Algemeen Kongres van het Davidsfonds 1960, Verslag, 1960, p. 127-133; 
'Kadervorming noodzakelijk ook in het Davidsfonds', in Algemeen Kongres van het Davidsfonds 1963, Verslag, 1963, p. 19-36.

Literatuur

S. van Caeneghem, 'Nelly Maes leefde als kind al van verkiezingsuitslagen', in Spectator (17 juli 1982).

Auteur(s)

Frank Seberechts