Lysens, Jozef
(Tongeren 6 januari 1896 – Antwerpen 27 januari 1950).
Volgde lager en middelbaar onderwijs te Tongeren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontsnapte Lysens uit het kamp van Celle in Duitsland – hij was er als civiel gevangene geïnterneerd – en trok via Nederland naar Engeland, waar hij zich in oktober 1915 als vrijwilliger in het Belgisch leger aanmeldde. Hij arriveerde in april 1917 aan het IJzerfront en was er nauw betrokken bij de Frontbeweging. Zijn rang van adjudant werd hem ontnomen nadat hij in het bezit gevonden werd van een exemplaar van de eerste van de Open Brieven van de Frontbeweging. Hij nam deel aan de Vliegtocht te Hondschote op 11 januari 1918 en werd hierom veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden. Lysens kwam vrij na zeven maanden en kon nog deelnemen aan het groot offensief van november 1918.
In 1924 behaalde Lysens aan de universiteit van Luik het diploma van doctor in de rechten en vestigde zich als advocaat in zijn geboortestad. Hij speelde een belangrijke rol in het plaatselijke culturele leven. Tot 1929 was hij secretaris van het Algemeen Christelijk Werk(nem)ersverbond, afdeling Tongeren.
In 1929 was hij medeoprichter van de Katholieke Vlaamsche Volkspartij van Limburg. Met deze partij kwam hij in het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) terecht. Hij werd provinciaal senator voor Limburg in 1936 en 1939. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 16 oktober 1938 werd hij te Tongeren op een concentratielijst van katholieke partij, VNV en Rex verkozen en tot schepen aangesteld. Hij bleef dit tot hij in april 1941 gouverneur van Limburg werd in opvolging van Gerard Romsée. Hij werd eind 1941 voorzitter van de Provinciale Cultuurdienst van Limburg en medio 1942 nam hij het voorzitterschap van de Interprovinciale Cultuurdienst op zich.
In september 1944 vluchtte Lysens naar Duitsland. Volgens één bepaalde bron zou hij daar de zijde van de Vlaamsche Landsleiding gekozen hebben. Het is niet bekend of hij er effectieve collaboratiedaden heeft gesteld. Na de oorlog werd Lysens naar België overgebracht. Hij werd er op 20 december 1945 veroordeeld tot 25 jaar gevangenisstraf en tot betaling van een zware schadevergoeding. In 1949 kwam hij vanwege zijn zwakke gezondheid vervroegd vrij.
Literatuur
De Toekomst (1 mei 1941);
W. Meyers, 'De Vlaamse Landsleiding. Een emigrantenregering in Duitsland na september 1944?', in Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, nr. 2 (oktober 1972), p. 80 en p. 283;
L. Reynders, Het Vlaams-nationalisme in Limburg (1929-1940), KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1981;
W. Massin, De Belgische Werkliedenpartij in Limburg (1918-1940). Kroniek van een trage opgang, 1981;
L. Vints, P.J. Broekx en de christelijke arbeidersbeweging in Limburg (1881-1968) (KADOC-Studies, nr. 8, 1989);
W. Massin, 'Van K.V.V. tot V.N.V. Vlaamse ondertonen in Limburg (1929-1940)', in Het Oude Land van Loon (1990), p. 211-262;
B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994.