Luytgaerens, Edward (eigenlijk Jan Eduard)
(Roosbeek 16 oktober 1863 – Leuven 18 juni 1946).
Behaalde na zijn priesterstudies aan het Grootseminarie van Mechelen en zijn wijding in 1887 het baccalaureaat in de godgeleerdheid aan de Leuvense universiteit (1889). Van 1889 tot 1895 gaf Luytgaerens achtereenvolgens les aan de Sint-Jan Berchmanscolleges van Diest en Antwerpen. Daarna werd hij achtereenvolgens onderpastoor van de Antwerpse Sint- Jozefparochie en in Dilbeek. In februari 1903 volgde zijn benoeming tot proost en algemeen secretaris van de Boerenbond, dubbelfunctie die hij behield tot aan de reorganisatie van de Boerenbond in 1936. Vanaf 1927 droeg hij de titel van monseigneur.
Luytgaerens' engagement in de V.B. dateert uit zijn studentenjaren in Leuven. Hij werd er lid van de Vlaamsche Strijdersbond en was, samen met zijn studiegenoot en goede vriend Pieter-Jozef Sencie, in 1888 betrokken bij de oprichting van het studentenblad Ons Leven. Eenmaal in Leuven terug, volgde hij nog meermaals vergaderingen van de studentengenootschappen Met Tijd en Vlijt, de Sociale Studiekring, Sprekersgilde en de Landbouwkring. In 1903 werd hij lid van de besloten katholieke Vlaamse actiegroep Eigen Leven.
Luytgaerens' belangstelling voor de taalgrenskwestie begon mogelijk tijdens zijn jaren in Dilbeek. In 1904 ondernam hij een uitvoerige schriftelijke enquête bij pastoors over de taaltoestanden in de gemeenten langs de taalgrens, waarvan hij de resultaten in 1905 voorstelde in Met Tijd en Vlijt. Ze werden ook benut door jongere taalgrenswerkers als Jozef Goossenaerts en Philip van Isacker en bezorgden Luytgaerens zelf in 1912 nog het voorzitterschap van de afdeling Taalgrens op het Davidsfondscongres van 1912.
Luytgaerens die een zeer goed organisator was, vatte de Boerenbond – en zeker de Boerinnenbond en de Boerenjeugdbond die door hemzelf werden opgericht – op als een uitmuntend instrument tot katholieke én Vlaamse volksontwikkeling. Maar voor een standsoverschrijdend verenigingsleven was hij niet gewonnen. Omwille van de moeilijkheden waarmee de expansie van de 'Belgische' Boerenbond in Franstalig België gepaard ging, werd hij vanaf de jaren 1920 wel voorzichtiger met het afficheren van de Vlaamsgezinde onderbouw ervan. De uitbreiding van de Bond tot Waals-Brabant en de Oostkantons was overigens in belangrijke mate zijn werk. Volgens Pourqoui Pas? hanteerde Luytgaerens, die de opmerkelijke groei van de Boerenbond niet ongenegen was, rond 1930 un flamingantisme ouaté. De liquidatie van de Middenkredietkas in 1935 en de reorganisatie van de Boerenbond die erop volgde, maakten abrupt een einde aan zijn actieve leven.
Werken
Artikelen in De Boer;
Volksontwikkeling, 1909 en 1910;
Bedrijfs- en standsorganisatie in de Boerenbond, 1934.
Literatuur
'Kanunnik Luytgaerens en de Belgische Boerenbond', in Ons Volk Ontwaakt (27 januari 1924), p. 37-39;
'Monseigneur Luytgaerens. Directeur de conscience du Boerenbond', in Pourquoi Pas? (8 juli 1932), p. 1711- 1714;
L. Wils, Honderd jaar Vlaamse Beweging, I, 1977;
L. van Molle, 'Jan Eduard Luytgaerens', in NBW, XII, 1987;
id., Ieder voor Allen. De Belgische Boerenbond 1890-1990 (KADOC-Studies, nr. 9, 1990).