Loveling, Rosalie (eigenlijk Frederica R.)

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Nevele 19 maart 1834 – Nevele 4 mei 1875)

en Loveling, Virginie (eigenlijk Marie V.).

Dochters uit het huwelijk van Marie Comparé (1791-1879) en Herman Anton Loveling (1806-1846), zusters van Pauline Loveling (1832-1909), de moeder van Cyriel Buysse, en halfzusters van Caesar Fredericq (1817-1887), vader van Paul Fredericq, en van Sophie Fredericq (1819-1895), moeder van Julius Mac Leod.

Leven en literaire bedrijvigheid van de gezusters Loveling lopen tot het overlijden van Rosalie (1875) vrijwel parallel, hoewel ze nooit hebben samengewerkt in de echte zin van het woord en hun werk, hoe verwant ook van geest en inspiratie, bepaalde, zij het kleine, verschillen vertoont. Ze brachten hun kinderjaren door te Nevele in een milieu waar grote belangstelling was voor literatuur, de Nederlandse meer in het bijzonder, en ook voor de toen opkomende V.B. Hun eerste dichtprobeersels zijn door hun omgeving en de wereld van de flaminganten geïnspireerd. Na het overlijden van hun vader (1846), die uit Hannover afkomstig was, vestigden ze zich met hun moeder te Gent bij C. Fredericq, maar keerden in 1849 naar Nevele terug. De contacten met de kring van C. Fredericq (De Broedermin) bleven bestaan en hebben hun levensbeschouwing in duidelijk liberaal-vrijzinnige richting beïnvloed. Van 1855 af werkten ze mee aan het Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje. Hun Gedichten (eerste uitgave in 1870 te Groningen; tweede vermeerderde uitgave eveneens te Groningen in 1877; derde uitgave te Gent in 1889) onderscheiden zich door een voor die tijd opmerkelijk sobere zegging en een eigenaardig mengsel van intellect en sentiment. Onder de Novellen (eerste uitgave in 1874, met een inleiding van Jacob F. Heremans; Nieuwe Novellen in 1876) is Meester Huyghe, van Rosalie, de best geslaagde.

Na het overlijden van Rosalie zou Virginie haar zuster bijna vijftig jaar overleven, zich in 1880 te Gent vestigen en nog een uitgebreid oeuvre tot stand brengen dat, behalve verhalen voor kinderen, bijdragen over volkskunde, novellen, schetsen en memoires, ook werk van langere adem omvat, namelijk een twaalftal romans die merkwaardige literaire documenten zijn gebleven door hun psychologische en intellectuele inslag en ook door de vrijmoedigheid waarmee problemen als godsdienst en politiek, huwelijk, opvoeding en erfelijkheid er aan de orde worden gesteld. De rol van de geestelijkheid op het Vlaamse platteland wordt scherp op de korrel genomen in werken als In onze Vlaamsche Gewesten, Politieke schetsen – in 1877 onder het pseudoniem van W.G.E. Walter en vijf jaar later onder haar eigen naam gepubliceerd – en vooral in Sophie (1884), waarin ze tracht een objectief beeld te geven van de schoolstrijd. Haar roman Een dure Eed (1891) werd met de vijfjaarlijkse staatsprijs bekroond en wordt tot haar rijpste werk gerekend, samen met De Bruid des Heeren (1895), De Twistappel (1904) en Het Revolverschot (1911). Boeiender echter zijn haar Herinneringen, die in 1967 werden gebundeld. Virginie Loveling is een goede vertegenwoordigster van het in de Vlaamse cultuur van de 19de eeuw zeldzame type van de ontwikkelde vrijzinnige vrouw.

Hoewel in contact met vrijzinnige flaminganten als P. Fredericq, Willem Rogghé en Max Rooses, is Virginie niet actief in de V.B. betrokken geweest. Wel moeten we het waarderen dat haar grondige kennis van het Frans haar nooit in de verleiding heeft gebracht in deze taal te publiceren. Vermelden we ook haar contacten met Noord-Nederlandse letterkundigen en haar medewerking aan Nederlandse literaire tijdschriften, alsook de omstandigheid dat verscheidene van haar werken in Nederland werden uitgegeven. Ze ondernam verschillende buitenlandse reizen, onder meer in 1900 in Australië. In 1912 werd voor haar te Gent een huldebetoging georganiseerd. Bij die gelegenheid werd de roman Levensleer, geschreven in samenwerking met haar neef Buysse en onder het pseudoniem van Louis Bonheyden in Groot-Nederland gepubliceerd, in boekvorm uitgegeven.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog onderhield Loveling via haar Duitse familie discrete en apolitieke contacten met Duitse officieren. Ze wees het activisme af, enerzijds omdat Vlaamse autonomie voor haar enkel binnen een Belgische context mogelijk kon zijn, anderzijds vooral ook omdat ze zag dat de Flamenpolitik en het activisme de V.B. zwaar konden discrediteren. Vandaar haar afwijzing van het aanbod van Octaaf Steghers om aan het activistische blad Vlaamsch Leven mee te werken. Uit haar vooralnog onuitgegeven dagboek blijkt ook dat ze de vernederlandsing van de Gentse hogeschool door de Duitse bezetter afwees. Haar Duitse contacten leverden haar daarom na de oorlog trouwens geen problemen op.

In 1919 werd Loveling briefwisselend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Tijdens haar laatste levensjaren was ze met Maria Belpaire bevriend.

Literatuur

M. Rooses, 'Rosalie en Virginie Loveling', in Schetsenboek, 1877, p. 254-260; 
id., 'De Zuid-Nederlandsche dichters van 1830 tot 1880', in Nieuw Schetsenboek, 1882, p. 222-268; 
A.W. Stellwagen, 'Virginie Loveling', in Mannen en vrouwen van beteekenis in onze dagen, 1896, p. 129-178; 
Th. Coopman en L. Scharpé, Geschiedenis der Vlaamsche Letterkunde, 1910; 
L. Baekelmans, 'Virginie Loveling', in Vlaamsch Leven (2 en 9 juli 1916), p. 465-467 en 481-482 (later opgenomen in Drie Vlaamsche realisten, 1918, p. 58-84; Vier Vlaamsche prozaschrijvers, 1931, p. 91-102 en in Jaarboek van de KVATL, 1942); 
M. Basse, Het aandeel der vrouw in de Nederlandsche Letterkunde, II, 1921; 
H. Piette, Les soeurs Loveling, 1942; 
P. de Keyser, Virginie Loveling als folkloriste, uittreksels uit haar werk, 1943; 
G. Schmook, 'Herinneringen aan Frans Rens', in Verslagen en Mededelingen van de KVATL (1949) en Onze Rensen, 1950; 
A. van Elslander, De 'Biografie' van Virginie Loveling, 1963 (met de onuitgegeven novelle van Rosalie, De eerste opvoeding); 
id., 'Loveling, Rosalie', in NBW, III, 1968; 
id., 'De gezusters Loveling', in Oostvlaamse Literaire Monografieën (Kultureel Jaarboek Provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen. Nieuwe Reeks 35, 1992); 
L. Stynen, Rosalie en Virginie. Leven en werk van de gezusters Loveling, 1997. 

Verwijzingen

zie: Liberaal Vlaams Verbond.

Auteur(s)

Antonin van Elslander