Liberale (Vooruitstrevende) Volksbond

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

eind 1909 gesticht door de Brusselse liberale flaminganten, naar het voorbeeld van hun Antwerpse en Gentse collega's. Met de oprichting van deze bond wensten zij de verdeeldheid in de Vlaamse liberale rangen op te heffen en de onderdrukking van elke Vlaamsgezindheid binnen de Brusselse liberale partij te bestrijden.

Met haar programma richtte de Volksbond zich uitdrukkelijk tot boeren en werklieden; ze verkondigde niet alleen de taalbelangen maar ook de materiële belangen te behartigen. Er werden plaatselijke onderafdelingen opgericht in Brussel, Molenbeek, Jette, Anderlecht, Vilvoorde, en Machelen. Daarnaast was er ook plaats voor jongeren- en vrouwenafdelingen, toneel- en onderwijsafdelingen, en een ziekenkas. In 1912 telde de Volksbond ongeveer 1500 leden, in 1914 waren dat er bijna 2000.

Bij de parlementsverkiezingen in juni 1912 konden de in de Volksbond gegroepeerde liberale flaminganten nauwelijks enige invloed uitoefenen op de vorming van de liberale lijst, die haast exclusief bestond uit niet-Vlaamsgezinden. Uit protest hiertegen kwamen zij bijna met een scheurlijst op, maar uiteindelijk werd prioriteit gegeven aan de antiklerikale frontvorming tegen de katholieken en zagen ze van dit initiatief af. Tijdens de Eerste Wereldoorlog lagen de activiteiten van de Liberale Volksbond stil, maar in 1918 werden de werkzaamheden hervat onder dezelfde naam. In 1926 werd het adjectief "vooruitstrevend" toegevoegd.

Hoewel de ziekenkasafdeling (De Blauwe Bloem) wel wat succes kende, zou de bond zelf tijdens het interbellum nooit tot een grote vereniging uitgroeien (400 leden in 1924); het had dan ook weinig invloed op de Brusselse liberale partij en ook electoraal waren de resultaten verwaarloosbaar. Bij de parlementsverkiezingen van 1921 en 1929 kwam de bond op met een scheurlijst en behaalde ze respectievelijk 1,3% en 1% van de stemmen in het arrondissement Brussel. In 1925 stonden de bondskandidaten (waaronder Herman Teirlinck) op de eenheidslijst, maar ook nu werd niemand verkozen. Tijdens de jaren 1930 ging de Volksbond de electorale confrontaties dan ook uit de weg. Enkel op lokaal gebied werden soms leden op liberale eenheidslijsten verkozen in de gemeenteraden.

Van 1918 af gaf de Liberale Volksbond de tijdschriften Ons Strijdblad en De Toekomst uit. In 1926 kreeg de bond ruimte in het Volksbelang, het orgaan van het Liberaal Vlaams Verbond, en in Het Laatste Nieuws. Van werkzaamheden na de Tweede Wereldoorlog werden geen sporen teruggevonden.

Literatuur

H. van Velthoven, De Vlaamse kwestie 1830-1914. Macht en onmacht van de Vlaamsgezinden, 1982.

Auteur(s)

Nico Wouters