Leopold III

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Brussel 3 november 1901 – Sint-Lambrechts-Woluwe 25 september 1983).

Was de vierde koning der Belgen (1934-1951), maar de eerste die zowel de grondwettelijke eed als de troonrede in beide landstalen uitsprak. Leopolds vroegere leraar Nederlands, Herman Teirlinck, werd bij aanvang van zijn koningschap benoemd tot adviseur inzake Kunsten en Wetenschappen.

De sympathie die Leopold III voor de V.B. aan de dag zou leggen, was mogelijks sociaal bewogen. Vooral na de doorbraak van Rex en het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) in 1936, voerde de regering met goedkeuring van het Hof een verzoeningspolitiek en werd aan meerdere eisen van de V.B. al dan niet gedeeltelijk tegemoetkomen. Zo werd in 1937 de (zeer controversiële) amnestiewet en een nieuwe taalwet voor het leger goedgekeurd. Zoals zijn vader hechtte Leopold belang aan de tweetaligheid in de centrale administratie, het leger en in Brussel als bindmiddel voor België. Na de neutrale (Los van Frankrijk)- koers persoonlijk in 1936 te hebben aangekondigd, zocht Leopold toenadering met Nederland (en de Scandinavische landen). Dit alles bezorgde de koning veel populariteit in Vlaamsgezinde middens, maar verhoogde het ongenoegen en het wantrouwen langs de zijde van de Franstaligen en zeker in de kringen van de Waalse Beweging.

Na de breuk met de regering in mei 1940 verbleef Leopold III in bezet België waar hij een afzijdige houding aannam, met het oog op het bekomen van een mogelijke onafhankelijke positie van België na de oorlog. In het voorjaar van 1944 ontwierp hij voor zijn vertrek naar Duitsland zijn (opvallend radicaal) Politieke Testament, dat pas enkele jaren na de oorlog bekend werd. Hierin nam hij ondubbelzinnige en zeer persoonlijke stellingen in, onder andere over de Vlaams-Waalse verhoudingen. Hij pleitte daarbij voor een volstrekte gelijkheid tussen Vlaanderen en Wallonië binnen België en een rol voor Brussel als bicultureel bindteken. Tijdens de periode 1944-1950 verbleef de uiterst betwiste vorst in het buitenland terwijl het regentschap waargenomen werd door prins Karel. De controverses die vanaf 1945 rond zijn persoon losbraken verdeelden het land niet alleen op levensbeschouwelijk vlak, maar leidden ook tot een sterke Vlaams-Waalse polarisatie die tot uiting kwam na de volksraadpleging van 12 maart 1950, waarbij 72% van de Vlaamse kiezers zich uitsprak voor en 58% van de Waalse kiezers tegen de terugkeer van de koning naar België (Koningskwestie). Leopold III opteerde na zware rellen voor troonsafstand en verdween daarna uit de publieke belangstelling. De sympathie bij de Vlamingen voor Leopold III nam geleidelijk af, mede door het ontbreken van belangstelling bij de koning voor de nieuwe ontwikkelingen in Vlaanderen en het gesloten aristocratische milieu waarin hij sindsdien verbleef.

Deze tekst is een samenvatting van wat gedetailleerder beschreven staat in het overzichtsartikel "Monarchie" (auteur: Herman van Goethem).

Verwijzingen

zie: Luitenant de Winde-Kring, Ernest-Joseph van Roey.

Auteur(s)

Nico Wouters