Lannoo, Joris

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Tielt 20 februari 1891 – Tielt 8 december 1971).

Was de zoon van een bakker, studeerde aan het college te Tielt waar zijn leraren Cyriel Verschaeve, Robrecht de Smet en Prosper Moncarey grote invloed op hem uitoefenden. Als achttienjarige begon Lannoo samen met zijn broer Rafaël, op 1 juni 1909, te werken in de door hun ouders overgenomen kleine drukkerij Horta te Tielt. Hij zette daar tevens een uitgeverij op waarmee hij wou bijdragen tot de verspreiding van de katholieke flamingantische idee van volksopvoeding. Zijn eerste uitgave was een Vlaams liederboekje ter gelegenheid van de Albrecht Rodenbach- herdenking te Roeselare in augustus 1909. Tot in 1914 bleef hij actief in het regionale Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond waarin hij samenwerkte met Firmin Deprez. Tevens droeg hij bij tot de wederopbloei van het Davidsfonds in zijn streek en organiseerde hij een aantal Joost van den Vondel-toneelcreaties volgens de opvattingen van Verschaeve. Zijn kleine uitgeverij, waarvoor hij de medewerking kreeg van Arthur Coussens en Joe English (die haar logo tekende: "Den lande en volke getrouw"), toonde belangstelling voor het katholieke reveil in de geest van de Deense auteur en bekeerling Johannes Joergensen.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog meldde Lannoo zich als vrijwilliger. Via Deprez en Ward Hermans raakte hij betrokken in de werking van de Frontbeweging, steunde heel wat initiatieven (zoals het frontblaadje 't Gazetje van Thielt), alfabetiseringscursussen en de organisatie van Heldenhulde. Het duurde een tijd eer zijn oversten beslisten, dat zijn leiderskwaliteiten zwaarder moesten wegen dan hun afkeer van zijn Vlaamsgezindheid, zodat Lannoo officier kon worden.

Onmiddellijk na de oorlog gaf Lannoo (wiens broer Raf in 1918 was overleden) samen met Moncarey en Frans Dewitte, De Volksmacht uit, een poging om de Vlaamse en sociale beweging in midden- en zuid-West-Vlaanderen als een geheel te bevorderen. In 1924 werd het blad overgenomen door de christelijke arbeidersbeweging van West-Vlaanderen. Lannoo spande zich ook in voor het opnieuw verschijnen van De Vlaamsche Vlagge en het nieuwe blad van de katholieke Vlaamse meisjesbeweging, Gudrun. Van 1921 af was hij lid van het IJzerbedevaartcomité en in 1924 werd hij medestichter van de vereniging zonder winstoogmerk Bedevaart naar de graven van de IJzer. Tevens was hij lid van de raad van bestuur van deze vereniging, wat hij bleef tot 1934, toen hij ontslag nam. De reden van dit ontslag was, dat hij als Verdinaso-lid niet volledig akkoord kon gaan met de houding van het comité en meer bepaald met een in 1935 ontworpen hulde aan Verschaeve die zich inmiddels had afgekeerd van de Verdinaso-leider Joris van Severen.

In 1929 vestigde Lannoo zich met zijn opbloeiende bedrijf aan de Kasteelstraat in Tielt, waar hij de drukkerij-uitgeverij leidde tot in de jaren 1960. In de catalogus uit die jaren blijkt welke Vlaamsgezinde artistieke lijn hij zeer bewust heeft gevolgd, met auteurs als Stijn Streuvels, Lodewijk Dosfel, René de Clercq, Frans Daels, Rodenbach, Guido Gezelle en anderen. Reeds uit de begintijd van de uitgeverij dateren contacten met Nederlandse collega's met wie jarenlange samenwerking heeft bestaan. In 1950 ontstond een afdeling in Nederland. Lannoo was tevens medestichter van de Vereniging ter bevordering van het Vlaamse Boekwezen en van de Vlaamse Uitgeversbond. (uitgeverij en boekhandel)

Literatuur

R. Vanlandschoot, 'Joris Lannoo en de Eerste Wereldoorlog', in De Roede van Tielt, jg. 4, nr. 1-2 (maart-juni 1973), p. 3-49; 
L. en L. Vos-Gevers, Dat volk moet herleven. Het studententijdschrift De Vlaamsche Vlagge 1875-1933, 1976; 
R. Vanlandschoot, Joris Lannoo. Drukker en uitgever voor Vlaanderen 1891-1971, 1984; 
L. Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen, II, 1987; 
M. van Slembrouck, Firmin Deprez, 1995; 
V. Arickx, 'De Tieltse drukkers Steven, Michiels, Horta en Lannoo 1791-1929', in De Vlaamsche Stem, jg. 34 (1996), p. 1-41.

Auteur(s)

Romain Vanlandschoot