Lambrechts, Lambrecht

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Hoeselt 24 september 1865 – Gent 13 juli 1932).

Volgde middelbaar onderwijs aan het atheneum te Tongeren en behaalde het regentaatsdiploma aan de Rijksnormaalschool te Brugge in 1887. Lambrechts werd in 1889 leraar te Ronse, in 1901 aan de Rijksnormaalschool van Lier en in 1905 aan de Normaalscholen te Gent. In 1919 werd hij wegens verdenking van activisme verplaatst naar 's-Gravenbrakel. Na rehabilitatie was hij van 1921 tot zijn oppensioenstelling in 1925 leraar aan de Rijksmiddelbare School te Blankenberge. Van 1923 tot 1926 was hij tevens leraar aan het Provinciaal Hoger Taal- en Handelsinstituut te Gent.

Op aansporen van Julius Sabbe, zijn leraar Nederlands aan de Rijksnormaalschool in Brugge, begon Lambrechts met het verzamelen en optekenen van oude gebruiken, verhalen en volksliederen uit zijn geboortestreek. Nadat hij reeds in 1892 een aantal vondsten had gepubliceerd, zou het nog tot na zijn dood duren eer een belangrijk deel van zijn opzoekingswerk in twee bundels Limburgsche liederen werd gepubliceerd (1936 en 1937). Hij werkte ook mee aan De Vlaamsche Zanger, de liederenuitgave van Marinus Coune, waarvan het vijfde en zesde deel uitsluitend gedichten van zijn hand bevatten. Lambrechts' opzoekingen werden in het buitenland naar waarde geschat: Het Jahrbuch für Volksliedforschung, dat in 1932 te Berlijn verscheen, nam onder de titel Flämische Volkslieder een (Nederlandstalige) bijdrage van Lambrechts op. Hij liet zich ondertussen ook als dichter, novellist en romancier opmerken. Uit zijn verhalen- en gedichtenbundels, die door onder meer Camille Huysmans en Alfred Hegenscheidt gunstig werden besproken, blijkt zijn belangstelling voor het volkse leven en zijn liefde voor de natuur. Zijn gedichten werden voor 'liederen in de volkstrant' gretig gebruikt door Emiel Hullebroeck, maar ook door componisten als Andelhof, Remi Ghesquière, Opsomer, Paul Gilson, August de Boeck, Herberigs en Arthur Meulemans. In 1929 zouden er zowat 550 van zijn teksten op muziek zijn gezet. Lambrechts is daarenboven de auteur van diverse libretto's voor zangspelen van onder meer Hullebroeck. Met Hullebroeck werkte Lambrechts nauw samen als redactiesecretaris van het tijdschrift de Muziekwarande (1922-1933). Daarnaast publiceerde hij ook in diverse tijdschriften als Vlaanderen, Nieuwe Arbeid, Dietsche Warande en Belfort, Jong Dietschland (1898-1914), Le guide musical, De Banier. Hij behandelde daarin uiteenlopende onderwerpen, gaande van de vraag of de poëzie van Guido Gezelle op muziek mag worden gezet tot de dreigende verfransing van de mijnontginning in Limburg. Voor het Davidsfonds en het Algemeen-Nederlands Verbond hield hij (lied)voordrachten met titels als Onze oude volksliederen, Onze kinderliederen, Onze liederendichters. Als leraar gaf Lambrechts zijn belangstelling voor het Vlaamse lied aan verschillende generaties door.

Werken

De vroolijke Limburger, 1905; 
De varende zanger, 1909; 
'Arthur Meulemans', in Dietsche Warande en Belfort, nr. 7 (1909), p. 66-78; 
Limburgsch leven, 1913; 
Het zingende Vlaanderen, 1922; 
'Franz Uyttenhove', in Dietsche Warande en Belfort, nr. 2 (1924), p. 161-174; 
'Het lied te Gent door de eeuwen heen', in De Vlaamsche Gids, nr. 8 en 10 (1928); 
'Een Vlaamsche vorm van de Brabançonne', in Verslagen en Mededeelingen van de KVATL (januari 1932), p. 57-74.

Literatuur

V. d'Hondt, Lambrecht Lambrechts. De Limburgsche dichter-spreker-zanger. Critische beschouwingen, 1910; 
C. Godelaine, Lambrecht Lambrechts (met bibliografische bijlage door Fr. de Vleeschouwer), 1933; 
G. de Rouck, Een muzikale idylle. Lambrecht Lambrechts' verblijf te Ronse, 1966; 
G.P. Michiels, Lambrecht Lambrechts. Leven en werk, 1982; 
H. Willaert en J. Dewilde, "Het lied in ziel en mond". 150 jaar muziekleven en Vlaamse Beweging, 1987; 
Ch. Weymeis, 'Limburgse liederen volgens Lambrecht Lambrechts', in De Standaard (27 januari 1997).

Auteur(s)

Jan Dewilde