Lagae, Jules
(Roeselare 15 maart 1862 – Brugge 1 juni 1931).
Kende als leerling aan het Klein Seminarie van Roeselare Albrecht Rodenbach; hij speelde een figurantenrol in diens Philipinne van Vlaanderen. Tijdens zijn opleiding aan de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten te Roeselare onderging Lagae de invloed van de Vlaamsgezinde leraar en directeur Hendrik Horrie. Aan de Brusselse academie, waar hij zijn opleiding voortzette, werd hij beïnvloed door Jef Lambeaux, die voor de stad Gent het standbeeld van Jacob van Artevelde beeldhouwde. Lagae behaalde in 1884 de Prijs Godecharle en in 1888 de Eerste Prijs van Rome, waarvoor hij te Roeselare gehuldigd werd. In hetzelfde jaar werd in zijn geboortestad zijn Rodenbach-grafmonument geplaatst. Hij werd er ook briefwisselend lid van de Vlaamsgezinde lettergilde De Vriendschap. Na een Italië-reis vestigde hij zich in 1892 te Brussel. In Vlaamse kunstmiddens werd zijn "Vlaamsch werk" geprezen en dit zeer uitdrukkelijk na het succes dat hij had geboekt met zijn monument voor de Argentijnse onafhankelijkheid te Buenos-Aires. In 1909 boetseerde hij het lyrisch-idealistische Blauwvoetstandbeeld van Rodenbach te Roeselare. Hij maakte in 1905 borstbeelden en een medaille van Guido Gezelle. Lagae kende Gezelle persoonlijk en had reeds in 1899 zowel een dodenmasker als een afgietsel van de handen van de dichter gemaakt. Zijn vriendschap met de "levenswekker" Hugo Verriest en diens broer, professor Gustaaf Verriest (1843-1918) – hij maakte van beiden een borstbeeld (1913), zijn standbeelden van Karel L. Ledeganck te Eeklo en van Gezelle te Brugge (1930) en de bronzen gedenkplaat voor Gezelles moeder aan de kerk te Wingene (1930) bevestigden zijn betrokkenheid bij de V.B.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Lagae, met August Vermeylen, Karel van de Woestijne, Herman Teirlinck en anderen lid van de Vlaamsche Studiekring te Brussel. In december 1918 ondertekende hij een manifest van deze kring dat gericht was aan de Belgische regering, voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit, het onderwijs, het leger en het bestuur, "om op den voet van gelijk recht en gelijke vrijheid van ontwikkeling volgens eigen aard en taal, de eendracht onder de Vlamingen en Walen in stand te houden en te versterken tot groter macht van het ééne en ondeelbare Belgie".
Literatuur
A. Goffin, Le sculpteur Jules Lagae, z.j.;
id., 'De prijskamp om het monument der onafhankelijkheid te Buenos-Aires', in Onze Kunst, jg. 8, nr. 12 (december 1909), p. 184-199;
J. Crick, Kunstalbum. Leven en Werk onzer beeldende kunstenaars, 1935;
H. Gellynck, 'Lagae, Jules', in NBW, I, 1964;
J. Lavalleye, 'Lagae Jules, sculpteur et médailleur', in BN, XXXV, 1969-1970;
A. Depretz, 'Jules Lagae', in Jaarboek van het Europees genootschap voor Munt- en Penningkunde (1985), p. 43-72;
M. de Bruyne, 150 jaar stedelijke academie voor Schone Kunsten te Roeselare 1837-1987, 1987.
Verwijzingen
zie: Karel L. Ledeganck.