Kleine Gazet, De
Antwerps, liberaal, Vlaamsgezind dag- en weekblad (15 december 1874 – 2 september 1888).
Naar de getuigenis van Max Rooses (in een brief aan Emmanuel de Bom, 1 mei 1909) waren de initiatiefnemers van het liberale dagblad in 1874 Jan van Rijswijck, Oscar van der Molen (de latere senator, gemengd in de financiën van De Koophandel en De Nieuwe Gazet), Jan Florus (een van de kopstukken van de Liberale Vlaamsche Bond) en notaris P. Vekemans.
Vanaf half september 1879 werd het dagblad een weekblad en begon de nummering opnieuw. Het was een informatie- en opinieblad voor Antwerpen, dat ook voor de problematiek buiten de stad oog had en zelfs een tijdlang een correspondent had in Nederland (Jan van Woerden).
De Kleine Gazet was liberaal-vrijzinnig, progressief en uitgesproken Vlaamsgezind. De conservatieve Liberale Associatie werd vaak aangevallen. Men streefde naar algemeen stemrecht en naar een volwaardige erkenning van de moedertaal. Er werd propaganda gevoerd voor een vooruitstrevend en onafhankelijk liberalisme. De afschaffing van de zogenaamde 'werkmansboekjes' stond eveneens op het programma. De Meetingpartij werd bestreden omdat ze niet genoeg opkwam voor het beschaafd Nederlands. Men laakte het Antwerpse liberale gemeentebestuur omdat de Vlaamse reflex daar onvoldoende groot was. Tussen 1880 en 1884 was het blad het orgaan van de Vlaamsche Vrijzinnige Vereeniging. Vanaf september 1886 nam een redactieraad bestaande uit Hendrik Baelden, Arthur Cornette, Rooses, Flor van der Ven en Van Rijswijck de leiding over. Zij delgden 1900 frank schuld. Van Rijswijck droeg zijn eigendomsrecht over op een nieuw comité van aandeelhouders. Hiertoe werden 100 aandelen van 50 frank uitgeschreven. De opname van het onpartijdige, flamingantische en vrijzinnige Noord en Zuid "Staat- en Letterkundig Weekschrift" (6 november 1886 – 28 mei 1887) in De Kleine Gazet kon het tij niet keren. Medio 1888 bestond een deficit van 200 frank. Bij de medewerkers was de geestdrift verdwenen, terwijl ook de verkoop was afgenomen. Dit was des te erger omdat het blad sedert mei 1886 de spreekbuis van de Liberale Vlaamsche Bond was. Men had voor de propaganda van het blad een ruime lezerskring nodig, waardoor men uitkeek naar medewerking aan De Koophandel. Bij het ingaan van een nieuw boekjaar werd het blad stopgezet met nummer 38 van de negende jaargang. De inbreng van De Kleine Gazet in De Koophandel bleef beperkt tot individuele en occasionele medewerking van onder meer Van Rijswijck, Rooses en De Bom. Van Rijswijck vereffende met zijn bijdragen het financieel tekort van het weekblad. Deze verdwijning was mede het gevolg van de verminderde slagkracht in het liberaal flamingantische kamp in Antwerpen.
Literatuur
H. de Borger, Bijdrage tot de Geschiedenis van de Antwerpse Pers. Repertorium (1794-1914) (IUCHG, Bijdragen 49, 1968);
M. Somers, Max Rooses (1839-1914). Liberaal in de Vlaamse cultuurwereld, RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1975;
L. Hancké, Jan van Rijswijck, 1993.