Jong Nederlandsche Gemeenschap

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

organisatie, door Robrecht de Smet in 1931 opgericht ter vervanging van de Jong Vlaamsche Gemeenschap.

De Jong Vlaamsche Gemeenschap was in haar naam uiteraard te eng om te dienen als voorafspiegeling en ruggengraat van de te vormen Groot-Nederlandse staat. Bovendien had De Smet sinds circa 1930 voornamelijk betrekkingen met studenten uit Nederland en dan vooral met leden van het Dietsch Studentenverbond zoals Willem Goedhuys, Hendrik van der Wielen, Gerardus van der Horst, Albert van de Poel, Jan Broekman, B.H. Vlekke en anderen. Het betrof allemaal medewerkers van het weekblad Vlaanderen. Het was met deze mensen dat De Smet de van de Jung Deutscher Orden overgenomen en vertaalde structuren zou proberen op te vullen. Vooral Goedhuys zou een leidende rol spelen. De leiding van de Jong Nederlandsche Gemeenschap was overigens volledig in handen van Nederlanders, op De Smet na die toch ook al sinds 1922 in Nederland verbleef.

In Vlaanderen waren er kernen in Menen rond Daniël Merlevede en in het Gentse rond de familie Thiel met de aangetrouwde Raf van Hulse. In het Antwerpse trok de arts Edgard Muylle, een van de leiders van de Kristene Vlaamsche Volkspartij van René Lagrou, de kar. In Hasselt en in Mechelen was er ook enige aanhang. Al bij al was dit zeer gering omdat De Smet zijn greep op de studenten in Vlaanderen grotendeels verloren had en omdat concurerende groepen met een veel nadrukkelijker katholiek etiket, zoals het Verdinaso, veel succesvoller waren. In maart 1932 verscheen het eerste nummer van het tijdschrift Volksorde. Het had een kortstondig en moeilijk bestaan (laatste nummer in juni 1935) en vertaalde in feite de politieke ideeën van Vlaanderen naar een jeugdiger publiek toe.

De Jong Nederlandsche Gemeenschap fungeerde de facto als een jongerenorganisatie, met nogal wat jeugdbewegingskenmerken. Ze nam deel aan de Willem van Oranjeherdenking te Delft op 17 april 1933, het IJzerkamp te Sint-Michiels (Brugge) van 18 tot 22 augustus 1933 en de zangavonden aan de vooravond van de IJzerbedevaart te Diksmuide. In 1935 werd nog een tocht naar Frans-Vlaanderen georganiseerd.

De Smet wilde oorspronkelijk veel meer bereiken. Zo probeerde de Jong Nederlandsche Gemeenschap in de loop van 1933 De Dietsche Bond te infiltreren door een massale aansluiting van haar leden, hetgeen op verzet stuitte. Belangrijker was het aanlokkelijke voorstel van Reimond Tollenaere om de Jong Nederlandsche Gemeenschap te laten fungeren als een kernbeweging die binnen het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) moest fungeren. Zij moest de partij gebruiken om al de radicale elementen te groeperen, ook en vooral de knokploegen. Zo moest op korte termijn, de invloed van het Verdinaso maar ook van de oude arrondissementele leiders met hun fixatie op parlementszetels, geliquideerd worden. Deze strategie werd op touw gezet met medeweten en steun van Staf de Clercq. Het plan faalde.

Er was invloed van de Gemeenschap op het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond voorzover delen daarvan evolueerden naar het Algemeen Katholiek Dietsch Studentenverbond. Hieraan was de invloed van De Smets vriend pater Jozef van Opdenbosch niet vreemd. Er was eveneens enige invloed in de katholieke Vlaamse meisjesbeweging.

De concurrentie van het Verdinaso was zeer sterk en de Gemeenschapsbroeders kregen een felle anti-Dinasohouding ingepompt. Het was meteen de reden waarom Maurits Geerardyn de Gemeenschap verliet. De Smet aanzag het Verdinaso en de B>Nationaal-Socialistische Beweging van Anton Mussert als doublures van de Duitse nationaal-socialisten en dat achtte hij te plat-materialistisch van ingesteldheid. De Smet wilde een elite vormen en niet de massa veroveren. Het gevolg was dat er zeer weinig leden waren. Reeds de zomer van 1934 bracht voor de Jong Nederlandsche Gemeenschap de crisis. De samenwerking tussen Goedhuys en De Smet was teloorgegaan. Goedhuys had bij de leden in Vlaanderen overigens veel ongenoegen opgewekt. Op 14 juli 1935 werd de Jong Nederlandsche Gemeenschap te Mechelen ontbonden.

Literatuur

W. Lembrechts, Het werkzame leven van een man in de schaduw: Robrecht De Smet (1875-1937), KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1982; 
L. Vandeweyer, 'De Jong Nederlandse Gemeenschap. Robrecht De Smets voorafspiegeling van de Dietse samenleving', in WT, jg. 48, nr. 1 (1989), p. 43-56; 
P.J. Verstraete, Reimond Tollenaere. Biografie, 1996.

Auteur(s)

Luc Vandeweyer