Jennissen, Emile
(Luik 11 november 1882 – Luik 5 juni 1949).
Verbleef na zijn rechtenstudie aan de Rijksuniversiteit van Luik in Parijs waar hij zijn politieke, culturele en literaire opvoeding alsmede zijn vorming als advocaat vervolmaakte. De gehechtheid aan de Franse hoofdstad en aan Frankrijk was een van de constanten in Jennissens engagement en verklaart de voortrekkersrol die hij speelde in de oprichting van de Amitiés françaises in 1909.
Zeer snel sprak Jennissen zich uit voor de administratieve scheiding, met andere woorden voor de oprichting van een federaal model in België. Hij verdedigde deze optie bij de oprichting van de Assemblée wallonne in 1912. Jennissen was auteur van verscheidene publicaties, waaronder een presentatiebrochure van de Waalse Beweging, waarin hij de grieven tegenover Vlaanderen samenvatte en de diverse stromingen binnen de Waalse Beweging voorstelde. In de loop van de Eerste Wereldoorlog ging Jennissen naar Frankrijk, waar hij deel uitmaakte van de redactieploeg van de door Raymond Colleye bezielde Opinion wallonne. Kort na de oorlog bleef hij militeren in de rangen van de Assemblée wallonne, waar hij dicht bij de federalistische groep stond. Als liberaal had hij zitting in de Kamer van 1922 tot 1939.
Jennissen was een briljant spreker en hij kwam tussen in de talrijke debatten met betrekking tot het taalgebruik. Bij de discussie over het wetsontwerp-Devèze over het taalgebruik in het leger barstte in de Assemblée een levendige discussie los. Jennissen sprak er zich duidelijk uit voor een regionale rekrutering. De Assemblée was grondig verdeeld, maar haar secretaris-generaal, Joseph-Maurice Remouchamps, handhaafde haar in een Belgisch unitarisme. De autonomisten of federalisten, aangevoerd door Jules Destrée, trokken zich terug. Dit gaf aanleiding tot het ontstaan van de Ligue d'Action wallonne de Liège. Jennissen trad onmiddellijk tot de Ligue toe. In aansluiting hierop vindt men hem eveneens terug op de eerste congressen van de Concentration wallonne (1930-1934). Ondanks zijn pro-federale engagement stemde Jennissen tegen de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit te Gent in 1929... omwille van zijn gehechtheid aan de Franse taal. Als voorstander van een strikte beperking van de tweetaligheid, stemde hij de wetsontwerpen voor het gebruik van de taal in bestuurszaken (1932) en het onderwijs (1932), maar was hij gekant tegen de wetgeving over het taalgebruik in gerechtszaken (1935), omdat hij van mening was dat deze afbreuk zouden doen aan de rechten van de Walen die in Brussel werkzaam waren. Herhaaldelijk werd zijn naam genoemd als mogelijk minister. Niettemin zou hij slechts één maand (januari-februari 1939) de portefeuille van volksgezondheid hebben, namelijk in de regering-Paul-Henri Spaak, die in diskrediet was geraakt door de affaire- Adriaan Martens en haar blazoen bij de Waalse opinie wilde oppoetsen.
Tijdens de Tweede Wereloorlog maakte Jennissen deel uit van de kleine ploeg die belast was met de voorbereidingen van het Congrès national wallon van oktober 1945. Het einde van zijn leven werd gekenmerkt door een hernieuwde activiteit: artikelen in Le Gaulois, engagement in de schoot van Wallonie libre, lid van het vast comité van het Congrès national wallon.
Werken
Le spectre allemand, Suivi de France et Wallonie, 1906;
Wallons-Flamands. Pour la séparation politique et administrative, 1911;
met P. de Mont, Séparation administrative, 1912;
Le mouvement wallon, son but, ses moyens d'action, ses tendances, son histoire, 1913;
Comprendre. Brève histoire de l'Entre-Deux-Guerres, 1939.
Literatuur
J. van Crombrugge, 'In memoriam Emile Jennissen', in Nouvelle revue wallonne, deel 1, nr. 4 (juillet 1949), p. 253-254;
A. Clara, La presse d'action wallonne 1918-1940, ULg, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1981;
R. Boijen, De taalwetgeving in het Belgische leger (1830-1940), 1992;
C. Godefroid, '"Frères d'armes en cette courte campagne". La correspondance échangée par Oscar Colson et Arille Carlier entre 1919 et 1925', in La Vie wallonne, II, 1995.