Janssens, Gustaaf
(Mechelen 23 augustus 1858 – Brussel 30 april 1902).
Had aan het Sint-Romboutscollege te Mechelen (tot 1878) les van Jan Bols, die hem de liefde voor de volkstaal bijbracht. In 1876-1877 hielp Janssens er mee aan de stichting van de Jonge Kerelsgilde (ook wel de Jonge Klauwaertsgilde genoemd), die zich vooral bezighield met letterkundige oefeningen in de volkstaal. Waarschijnlijk werd die gilde op aanraden van Bols een onderafdeling van De Jonge Taalvrienden van het Klein Seminarie van Mechelen. Samen met anderen streefde Janssens naar een bundeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging in het aartsbisdom. Zo stelde hij met Frans Drijvers een plan op tot reorganisatie van de algemene studentenbond, dat later als basis zou dienen voor de statuten van het Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (1890). Als filosofiestudent aan het Klein Seminarie van Mechelen (1878-1880) was hij in 1880 medeoprichter en redacteur van de studentenalmanak Driesken de Nijper. Daaruit zou in 1881 het scholierentijdschrift De Student groeien waarvan hij samen met Drijvers en enkele andere seminaristen en priesters de oprichters waren.
Janssens, seminarist in 1880 en priester gewijd in 1884, werd daarna leraar aan het Sint-Aloïsiuscollege te Geel. Daar trachtte hij zijn scholieren (waaronder Alfons van de Perre) de liefde voor de moedertaal bij te brengen en steunde hij de initiatieven voor de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs. In 1890 en 1898 werd hij respectievelijk diocesaan inspecteur en hoofdinspecteur voor het lager onderwijs.
Literatuur
A. Cordemans, Dr. August Laporta en De Student, 1959;
L. Gevers, Bewogen Jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), 1987.