Heilig Verbond, Het
benaming van een beperkt letterkundig genootschap in de schoot van De Toekomst, de zogenaamde 'eerste graad', als zodanig opgericht op 4 december 1845 onder invloed van het Brusselse medelid Johann W. Wolf, die vooral romantisch-geheimzinnige en maçonnieke vormen wenste in te voeren.
De Toekomst was een letterkundig en Vlaamsgezind genootschap, in 1845 in Antwerpen opgericht. Het was een zet tegen het in Brussel en Gent vanaf 1844 geplande Het Taelverbond. De werkelijke stichtingsvergadering van De Toekomst had plaats op 26 juli 1845. Aanwezig waren onder anderen Hendrik Conscience, Gustaaf Wappers, Frans H. Mertens, Lodewijk Vleeschouwer en Jan van Beers (secretaris). Wolf is slechts op één vergadering aanwezig geweest.
De ten minste wekelijks gehouden vergaderingen gingen door in Drij Koningen in de Antwerpse Koepoortstraat. Tijdens de eerste vergadering werd Ph.J. van Meerbeeck tot voorzitter gekozen. Op 9 september 1845 werd beslist aan de liberalen te vragen twee plaatsen af te staan op hun lijst voor de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen. Dit werd evenwel geweigerd. De eerste vergaderingen waren trouwens gewijd aan de opstelling van de statuten en het reglement. Op de vergadering van 4 december 1845 werd Het Heilig Verbond opgericht, dat de eerste graad van de organisatie zou vormen. De Toekomst zou blijven bestaan als de tweede graad. Daarnaast bestond er mogelijkheid een fictieve derde graad in te richten. Van dan af is de geschiedenis van De Toekomst en Het Heilig Verbond hetzelfde. Onder de invloed van Wolf werden ook verschillende geplogenheden aangenomen: de vergaderingen verliepen volgens een bepaald ritueel, de leden kregen een bepaalde titulatuur (heermeester, broeder, spreker), evenals de afdelingen, meesterschappen geheten (Rubenskamp te Antwerpen, tevens hoofdmeesterschap, Arteveldekamp te Gent, Anneessenskamp te Brussel en Breydelkamp te Brugge). Antwerpen vormde het hoofdmeesterschap en had de algemene leiding. Het Heilig Verbond had een eigen wapen en een eigen jaartelling, beginnend met 1302 enzovoort. Eind 1846 zou Het Heilig Verbond of De Toekomst 48 leden geteld hebben, van wie 37 behoorden tot de Antwerpse afdeling. Vooral Conscience en Pieter F. van Kerckhoven hebben zich ingezet voor de ledenwerving.
Het Heilig Verbond wilde alle flamingantische krachten bundelen en een bezielende en coördinerende kern zijn. Het wilde de V.B. verdedigen met meer dan alleen literaire middelen. Dit vormde een belangrijk verschil met de rederijkerskamer De Olijftak. Het telde dan ook leden van verschillende politieke strekkingen als Michiel van der Voort, Conscience en Victor Delecourt. Het Verbond verdedigde de Vlaamse belangen op artistiek, literair en politiek vlak. Het ijverde onder andere door middel van een petitie voor het herstel van de moedertaal in het onderwijs (1846). Deze petitie werd aangeboden aan de Antwerpse provincieraad, die ze overmaakte aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Dit is tevens de laatste bekende activiteit van Het Heilig Verbond.
Het Heilig Verbond viel snel uiteen door onenigheid. De Antwerpse afdeling verzette zich tegen het in 1844 opgerichte Het Taelverbond, gepland door de Brusselse flaminganten onder leiding van Van der Voort, omdat men daarin een bedreiging zag voor de eigen activiteiten. Maar de tegenstelling katholiek- liberaal was op praktisch-politiek plan bezwaarlijk te verdoezelen of te verzoenen, hoezeer dat ook het streven van de 'broeders' was. Het Heilig Verbond geraakte vooral verdeeld doordat diverse leden de leiding probeerden over te nemen van De Olijftak. Dit leidde tot een tegenstelling tussen Conscience en Van Kerckhoven. Er vormde zich rond hen respectievelijk een conservatieve en een liberale fractie. Het satirisch blad De Roskam (vooral Vleeschouwer) steunde Conscience en Jan J. de Laet, terwijl De Schrobber de liberale vleugel met Van Kerckhoven steunde. Het gevolg was dat de Brusselaar Van der Voort ontslag nam en Van Kerckhoven op 12 mei 1846 werd uitgesloten omdat hij de aangegane verbintenissen niet wilde nakomen. Er bleven slechts notulen van de vergaderingen bewaard tot 22 juli 1846. Vanaf 1847 wordt in geen enkele correspondentie nog gewag gemaakt van Het Heilig Verbond, zodat de activiteit alleszins van korte duur is geweest. De verstandhouding tussen de flaminganten werd er beslist niet door verbeterd of verstevigd.
Literatuur
G. Schmook, 'Commentaren bij de notulen van "De Toekomst-Heilig Verbond" (1845-1846)', in Verslagen en Mededelingen van de KANTL, nr. 3 (1974), p. 319-322;
E. Gubin, Bruxelles au XIXe siècle: berceau d'un flamingantisme démocratique (1840-1873), 1979;
G. Schmook, Hendrik Conscience c.s. schrijven aan Zijne Majesteit Leopold I: 10.10.1846, 1984.