Hans, Abraham

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Sint-Maria-Horebeke 12 februari 1882 – Knokke 6 juli 1939).

Zijn ouders waren Nederlandse protestanten die zich te Sint- Maria-Horebeke in Oost-Vlaanderen kwamen vestigen, waar de vader onderwijzer werd van de daar als Geuzenhoek bekendstaande historische protestantse enclave. Hans behaalde zijn onderwijzersacte in Nederland, daarna ook in Gent. Achtereenvolgens was hij onderwijzer te Sluiskil, Roeselare, Sluis, Antwerpen en Kontich. Na reeds geruime tijd aan kranten te hebben meegewerkt, werd hij na de Eerste Wereldoorlog beroepsjournalist bij het dagblad Het Laatste Nieuws waarin hij al in 1911-1912 zijn eerste feuilleton had gepubliceerd, namelijk de historische roman Een heldenstrijd of de kapitein der Boschgeuzen, waarin hij vertelde over de strijd van de vroegere protestanten in zijn geboortestreek.

In de Eerste Wereldoorlog verbleef hij in Zeeuws-Vlaanderen, op een kruispunt van oorlogsnieuws, waar hij verslaggever was voor De Telegraaf in Amsterdam. Hij schreef er toneelstukken voor de vluchtelingen, richtte een dienst op voor hulp aan krijgsgevangenen in Duitsland en werkte samen met Anna de Vos voor het Werk der Vlaamsche Oorlogsmeters.

Na de oorlog maakte Hans in Het Laatste Nieuws ophef met een campagne voor het herstel van de "verwoeste gewesten", zoals men het frontgebied noemde. Zijn ervaringen verwerkte hij in romans als Het woud van Houthulst, De dood in Vlaanderen en Een Vlaamsch gezin in oorlogstijd.

Hans, die een goed spreker was en die zich voor de Eerste Wereldoorlog al voor de beschaafde omgangstaal en voor de vernederlandsing van de universiteit in Gent had ingespannen, ging ontelbare voordrachten geven voor het Willemsfonds en werd een gevierd redenaar op Guldensporenvieringen, waarbij hij de klemtoon legde op een democratische organisatie van het land. Hij sprak ook op de eerste grote amnestiemeeting op 17 januari 1920 in Antwerpen en nam verder deel aan de verzoeningscampagne. Tot het eind van zijn leven zou deze verdraagzame, sociaal bewogen en vrome man flamingant blijven, maar in de jaren 1930 zag hij met grote bezorgdheid naar de toenmalige rechtse evolutie van het Vlaams-nationalisme.

Als journalist en letterkundige voelde Hans zich in de eerste plaats opvoeder van zijn volk. Omdat hij het ontbreken van goede populaire lectuur als een belangrijk element in de Vlaamse achterstand zag, werd hij de grondlegger van het Vlaamse romanfeuilleton. Hij heeft er een zeventigtal geschreven, waarin hij onder meer zijn grote historische belangstelling en zijn liefde voor het Vlaamse land en zijn verleden liet blijken. Ook in zijn journalistiek werk kwam dit alles tot uiting. Bekend was onder meer zijn reportage over Frans-Vlaanderen. In 1923 richtte hij in dezelfde geest zijn Kinderbibliotheek op, die tot juni 1939 bleef bestaan en die wekelijks een verhaal van zowat dertig pagina's uitgaf. Hij schreef zelf het grootste deel van de meer dan zevenhonderd afleveringen, boekjes die op meer dan één generatie invloed hebben uitgeoefend en die verscheidene andere, dergelijke initiatieven uitlokten. Bij de publicatie van zijn vijfhonderdste kinderboekje werd hij op 29 april 1934 in Brussel gehuldigd. Herman Teirlinck noemde hem toen "de vernieuwer van Conscience". In zijn geboortedorp is een museum aan hem gewijd.

Werken

Een heldenstrijd, 1911; 
Kerlingaland, 1912; 
Het leven van Hendrik Conscience, 1912; 
De Vlaamsche boschkerel, 1913; - - Fransch-Vlaanderen en Zeeuwsch-Vlaanderen, reisindrukken, 1913; 
Pastoor Hugo Verriest, 1914; 
Het woud van Houthulst, 1919; 
De dood in Vlaanderen, 1920.

Literatuur

L. Sacré, A. Hans en het volksleven in Vlaanderen omstreeks 1900, RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1960; 
G. Durnez, 'Abraham Hans, de schoolmeester van Vlaanderen', in Jullie worden later gekker dan wij, 1971.

Auteur(s)

Gaston Durnez