Groot Nederland
letterkundig maandblad voor Nederland en Vlaanderen (1902-1944).
Groot Nederland werd in 1902 opgericht door de Nederlandse literatuurcriticus W.G. van Nouhuys, die de taak van redactiesecretaris op zich nam. De redactie bestond verder uit Louis Couperus, Cyriel Buysse, Frans Coenen (vanaf 1914), Jan Greshoff (vanaf 1932) en Simon Vestdijk (vanaf 1935). Aan de basis van de oprichting van het tijdschrift lag het Groot-Nederlandse verlangen om een gemeenschappelijke Nederlandse en Vlaamse literatuur tot stand te brengen. De meerderheid van de bijdragen kwam uit Nederland (Couperus, Vestdijk, P.C. Boutens, en anderen). Van Vlaamse zijde werkten naast Buysse onder anderen August van Cauwelaert, Virginie Loveling, Karel van de Woestijne en Jan van Nijlen aan het maandblad mee. Alvorens hun werken in boekvorm uit te geven, publiceerden zij deze eerst in afleveringen in Groot Nederland zodat zij rekening konden houden met de kritiek die in het tijdschrift op hun werk werd geformuleerd. Na het verdwijnen van Forum in 1935 werd Groot Nederland het belangrijkste literair blad in Nederland. In 1943 kwam de leiding in handen van een nationaal-socialistische redactie. De bestaande groep medewerkers weigerde voortaan nog bijdragen te leveren. De nieuwe redactie zocht nieuwe medewerkers en onder anderen de Vlamingen Blanka Gijselen en Daan Boens werden bereid gevonden in Groot Nederland te publiceren. Na de Tweede Wereldoorlog verscheen het tijdschrift niet meer.
Literatuur
Dichterschap en werkelijkheid. Geïllustreerde literatuurgeschiedenis van Noord- en Zuidnederland en Zuid-Afrika, 1951;
J.J. Oversteegen, Vorm of vent. Opvattingen over de aard van het literaire werk in de Nederlandse kritiek tussen de twee wereldoorlogen, 1969;
G.P.M. Knuvelder, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde, IV, 1977;
F. van den Bogaard, 'Groot-Nederland onder piratenvlag', in Het oog in 't zeil, jg. 2, nr. 5 (juni 1985), p. 25-33;
S. Bakker, Literaire tijdschriften van 1885 tot heden, 1985.