Gilson, Paul
(Brussel 15 juni 1856 – Brussel 3 april 1942).
Won na studies bij François-Auguste Gevaert aan het conservatorium van Brussel in 1889 met de cantate Sinaï de Romeprijs. Gilson werd een groot bewonderaar van Wagner en bestudeerde de partituren van Richard Strauss en Rimsky-Korsakov. Vooral met La mer (symfonische schetsen naar een gedicht van Eddy Levis, 1890) en Variations Symphoniques (1902) demonstreerde hij zijn orkestratiekunst en bracht hij de Vlaamse muziek in voeling met de Europese stromingen. Hij was ook actief op het gebied van het muziekdrama. Hij componeerde balletten en verschillende opera's, waaronder Prinses Zonneschijn (libretto van Pol de Mont), in 1903 in Antwerpen gecreëerd.
Niettegenstaande zijn Franstalige opvoeding sprak en schreef Gilson goed Nederlands. Toch schreef Jef van Hoof hem in 1917, ook verwijzend naar eventuele Franse impressionistische invloeden: "Zuiver uw kelen van Fau-rés en de Bus-si's en waagt U in de weelderige gaarden Vlaanderens." Gilson schreef verscheidene liederen op teksten van onder anderen Emanuel Hiel, Willem Gijssels en De Mont. Hij was zelf ook literair begaafd en vertaalde De Kapel van Jan Blockx in het Frans. Met Blockx had hij trouwens een goede relatie: hij verdedigde hem tegen de vele aanvallen van de aanhangers van Peter Benoit.
Nadat hij eerst leraar harmonie was geweest aan het conservatorium van Brussel, bekleedde Gilson die functie vanaf 1904 aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen. In 1909 werd hij in opvolging van Edgar Tinel benoemd tot muziekinspecteur. In 1918, nog tijdens de Duitse bezetting, nam hij vooral uit pedagogische en artistieke bekommernissen het directeurschap waar van het Antwerps conservatorium. Alhoewel Gilson nooit politiek actief was geweest werd hem activisme verweten en werd hij uit de Académie royale gesloten, drie jaar geschorst als muziekinspecteur en geboycot in het Brusselse muziekleven.
Ook al omdat hem geen voldoende podium geboden werd voor zijn symfonische muziek, schreef hij veel voor harmonies en fanfares. Gilson was een uitstekend pedagoog en schreef enkele hoogstaande muziektheoretische en -pedagogische werken. Hij leidde verscheidene generaties Vlaamse componisten op, onder wie August de Boeck, Van Hoof en Daniël Sternefeld. Naar aanleiding van zijn zestigste verjaardag groepeerde een aantal (vooral Brusselse) leerlingen, met onder anderen Marcel Poot en Maurits Schoemaker, zich in de vooruitstrevende componistengroep Les Synthétistes.
Literatuur
E. Closson, Paul Gilson, 1893;
F. de Wever, Paul Gilson et les synthésistes, 1949;
G. Brenta, Paul Gilson, 1965;
A. Meulemans, Anecdoten-Paul Gilson, 1966;
K. Cooremans, 'Paul Gilson', in Twintig eeuwen Vlaanderen, XIV, 1976;
J. van Holen, 'Gilson, Paul', in NBW, IX, 1981;
H. Willaert en J. Dewilde, "Het lied in ziel en mond". 150 jaar muziekleven en Vlaamse Beweging, 1987.