Germonprez, Fred (eigenlijk Alfred)
(De Panne 30 december 1914). Neef van Jozef Goossenaerts.
Stamde uit de katholieke burgerij en volgde humaniora in het college van Nieuwpoort, later in Moeskroen. Rechtenstudie werd door ziekte verhinderd. Tijdens een herstelverlof in de abdij van Averbode ontmoette Germonprez Ernest Claes en Felix Timmermans, wat zijn literaire ambitie bevorderde. In 1936 gaf hij in De Vlaamse Filmpjes het verhaal Een drama in de sneeuw uit. Tevens werkte hij mee aan het weekblad Omroep van de Vlaamsch-Katholieke Politieke Jeugd. In het weekblad Nieuw Vlaanderen publiceerde hij korte verhalen en recensies. Voorts werkte hij mee aan verscheidene literaire en andere tijdschriften, onder meer Volk, De Vlaamse Gids en Volkskamp. Zijn eerste roman, Kinderen van de Zee, verscheen in 1938. In dat jaar werd hij privé-secretaris van de Nieuwpoortse burgemeester A. Vandamme.
Kort voor de Duitse inval in mei 1940 werd Germonprez secretaris van de Commissie van Openbare Onderstand in Nieuwpoort, wat hij bleef tot bij de bevrijding van het land in de herfst 1944. Zijn ervaringen in de oorlogsdagen van mei 1940 beschreef hij in een dagboek, De Westkust onder Vuur, dat als feuilleton verscheen in het dagblad Volk en Staat en daarna in boekvorm uitkwam. In de oorlogsjaren was Germonprez tevens cultuurleider bij de Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen (vanaf september 1942) en speaker voor Zender Brussel. Voor deze feiten werd hij in 1947 veroordeeld tot vijf jaar buitengewone hechtenis, maar later volledig in ere hersteld.
In 1946 trad Germonprez als corrector in dienst bij het christen-democratische dagblad Het Volk. Zeven jaar later werd hij chef van de gewestelijke redactie in Kortrijk, wat hij bleef tot zijn pensionering in 1980. Daarnaast was hij actief in talrijke culturele organisaties en onder meer lid van de redactieraad van het tijdschrift Vlaanderen (1953-1955).
Het literaire werk van Germonprez staat in het teken van de Westhoek en van sociale toestanden. Graag verbeeldt hij heroïsche momenten uit de (sociale) geschiedenis, bijvoorbeeld de ervaringen van de vroegere IJslandvaarders, de West-Vlaamse arbeiders in Frankrijk en Wallonië. Precies deze sociale klemtoon was het die zijn werk vertalingen bezorgde in Duitsland (dankzij de steun van Georg Hermanowski) en in Oost-Europese landen. Germonprez ontving talrijke onderscheidingen, waaronder de Karel Barbierprijs (1959), de Lode Baekelmansprijs (1976) van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde en de prijs van de Scriptores Catholici (1974) voor zijn hele oeuvre.
Werken
Wij leven, 1938;
Iseland, Iseland, 1950;
De Moerduivels, 1952;
Mensen in de schaduw, 1954;
Kaper Jan Bart, 1956;
De Derde Hoofdzonde, 1958;
Dossier Bakelandt, 1964;
De magistraat, 1969;
Haaien op de kust, 1973.
Literatuur
J. Strosse, Fred Germonprez. Leven en werk, 1985;
id., Fred Germonprez (Monografieën van Westvlaamse schrijvers, 1986).