Flamingant, De
vrijzinnig weekblad, uitgegeven te Brussel (22 september 1889 – november 1894) met aanvankelijk als ondertitel "vrijzinnig weekblad", vanaf 1893 "tolk van de Vlaamsche Volkspartij" (VVP).
De Flamingant stelde zich ten doel "de drie gesels van Vlaanderen" te bestrijden: "verfransing, verpaapsing en centralisatie". Hoofdredacteur was Alfons Prayon-van Zuylen, die samen met Lambert Goffin en Maurits Josson ook het kapitaal bijeenbracht. Andere redacteurs waren Theophiel Coopman en Alfred de Smet, afkomstig uit De Veldbloem. Het weekblad was een vervolg op Flandria wat een aantal concrete Vlaamse eisen betreft. Anderzijds illustreerde De Flamingant hoe het 'neutrale' liberale flamingantisme naar het progressisme evolueerde door de aandacht voor sociale en economische zaken. Het blad verdedigde algemeen stemrecht met evenredige vertegenwoordiging als politiek en algemeen verplicht onderwijs als sociaal-cultureel emancipatiemiddel. De boeren genoten een bijzondere aandacht als potentieel belangrijke electorale groep. De Flamingant verdedigde de invoering van de persoonlijke dienstplicht en stelde zich net zoals Flandria pro-Germaans op.
Het blad werd de spreekbuis van het meer 'liberale' flamingantisme binnen de in 1892 opgerichte VVP, maar slaagde er niet in op te tornen tegen de Vlaamse liberale doctrinaire pers, die een grotere impact had.
Literatuur
L. Jansegers, 'Onmachtpositie van het Brusselse liberale flamingantisme (1884-1895)', in Taal en Sociale Integratie, VI, 1982, p. 107-135.