Feskens, Joseph

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Niel 27 juli 1869 – Cleethorpes 9 oktober 1942).

Studeerde aan het Klein Seminarie van Hoogstraten en volgde daarna wijsbegeerte en één jaar theologie aan het seminarie van Mechelen. Van 1892 tot 1893 zette Feskens zijn theologische studies voort aan het seminarie van Nottingham in Engeland. Hij werd daar einde mei 1893 tot priester gewijd. Hij was eerst hulppriester te Glassop en daarna verbonden aan de landelijke missie te Hainton (Lincolnshire). In 1905 werd hij tijdelijk aalmoezenier bij de Britse vloot. In 1909 stichtte hij de Sint Peter's parochie in het West-Marsh district bij Grimsby.

Feskens behoorde tot de groep Mechelse seminaristen die samen met de Lierse arts August Laporta het Katholiek Vlaamsch Studentenverbond oprichtten. Hij was aanwezig op de voorbereidende stichtingsvergadering van 11 april 1890 in Mechelen. Hij voerde het woord op de studentengouwdagen van Heist-op-den-Berg in 1889 en van Lier in 1891. In 1890 richtte hij een studentenbond op in Kontich. Hij had net zijn eerste jaar theologie beëindigd, toen kardinaal Petrus L. Goossens op 5 augustus 1891 aan de seminaristen van zijn bisdom verbood om nog deel te nemen aan om het even welke Vlaamsgezinde vergadering. Waarschijnlijk werkte Feskens mee aan de uitgave van het pamflet Recht door Zee waarin tegen deze bisschoppelijke maatregel werd geprotesteerd. Op die verdenking werd hij in oktober 1891 als afschrikwekkend voorbeeld uit het Grootseminarie gezet. Nadat hij vruchteloos gepoogd had toegang te krijgen tot de seminaries van Luik en Doornik of tot het Belgisch college van Rome vertrok hij in januari 1892 naar Nottingham. Verscheidene huldeartikelen en -gedichten in De Student zorgden ervoor dat 'de banneling' niet vergeten werd. Laporta nam in 1893 voor een vergadering van de Katholieke Vlaamsche Landsbond de verdediging van de belasterde Feskens op zich en haalde hierbij de woorden aan die de kardinaal zelf over de seminarist had uitgesproken, namelijk dat deze des moeurs irréprochables had. In 1895 voerde de intussen gewijde Feskens nogmaals het woord op een studentengouwdag te Duffel en werd er met luid applaus begroet. Hij stelde er vast dat de onderdrukking van de studentenbeweging ten einde liep. Hij zou in 1896 en 1897 vanuit Engeland nog enkele bijdragen leveren voor De Student. In de tijd van zijn aalmoezenierschap bij de Britse vloot schreef hij enkele reisverhalen, onder meer in 1907 over India. Laatstgenoemd reisverslag droeg hij op aan de Mechelse kardinaal Désiré Mercier "onder wiens vroom beleid de vervlaamsching van het Middelbaar Onderwijs als der Vlamingen geboorterecht gehuldigd en uitgevoerd werd".

Literatuur

M. Cordemans, Dr. August Laporta en De Student, 1959; 
R. Boudens, Kardinaal Mercier en de Vlaamse beweging, 1975; 
K. Swenden, 'Feskens Jozef', in NBW, IX, 1981; 
L. Gevers, Bewogen Jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), 1987.

Auteur(s)

Lieve Gevers