Eylenbosch, Gustaaf
(Gent 10 december 1856 – Gent 17 september 1939).
Ging als wees in de leer bij een smid en kwam uiteindelijk terecht in een drukkerij, waar hij instond voor het nalezen van Nederlandse teksten. Eylenbosch engageerde zich steeds meer in de katholieke volkswerken in Gent. Zo werd hij in 1881 stichtend lid van de Vlaamse literaire kring Hou ende Trou en geraakte er bevriend met Herman Ronse.
Eylenbosch interesseerde zich vooral vanuit cultureel en sociaal-emancipatorisch oogpunt voor de V.B. Met Ronse stichtte hij in 1886 de Algemeene Bond van Werklieden en Burgers, een losse federatie van antisocialistische vakverenigingen, sociaal-culturele werkliedenkringen en toneelbonden in Gent. De Algemeene Bond werd echter in 1891 opgenomen in het grotere geheel van de Antisocialistische Werkliedenbond van Arthur Verhaegen. Zijn weekblad De Lichtstraal hield op te verschijnen en Eylenbosch ging daarbij over naar de nieuwe krant Het Volk (1891), waarvan hij de eerste hoofdredacteur en directeur werd. Eylenbosch werd zowat de rechterhand van Verhaegen in sociaal-maatschappelijke dossiers. Hij werd secretaris van de Antisocialistische Werkliedenbond en toen Verhaegen in 1896 voorzitter werd van de Belgische Volksbond volgde hij als secretaris van deze nationale koepelorganisatie van volkswerken en antisocialistische vakverenigingen.
In de Gentse Werkliedenbond en in de Belgische Volksbond schoof het flamingantisme door toedoen van Verhaegen naar de achtergrond. Ook voor Eylenbosch primeerde de eenheid van de sociale werken boven de Vlaamse actie. Toch bleef hij sterk Vlaamsvoelend. Dit kwam tot uiting in de rubriek "Vlaamsche Belangen" die hij verzorgde in Het Volk en in zijn bijdragen voor het flamingantische weekblad Het Vlaamsche Volk (1894-1898) in Brussel. Eylenbosch spande zich als secretaris van de Belgische Volksbond vanaf 1898 maar ook als senator vanaf december 1922 in voor de problematiek van de Vlaamse seizoenarbeiders in Frankrijk (emigratie). Op 20 maart 1923 verdedigde hij een wetsvoorstel voor de tweetaligheid van de Gentse universiteit. Toch is hij het gedachtegoed van zijn 'mijnheer Verhaegen' nooit ontrouw geworden, waardoor het meer radicaal-flamingantisme hem steeds vreemd is gebleven.
Werken
De Belgische Volksbond. Beknopte geschiedenis, 1891-1920, z.j.;
Emiel Guerry. Voor de volkszaak. Maatschappelijk toneelspel in drie bedrijven. Naar het Fransch omgewerkt, 1912;
Het ontstaan en het leven der christene werkliedenbeweging in 't Gentsche, 1926, 19282;
Vijftig jaar sociale, politieke, katholieke actie 1884-1934, 1936.
Literatuur
R. Rock, Zo streed Eylenbosch, 1954;
'Gustaaf Eylenbosch', in Gids op Maatschappelijk Gebied (1957), p. 126-142;
E. Voordeckers, 'Eylenbosch, Gustaaf Jozef Karel', in NBW, II, 1966;
P. Gérin, 'Eylenbosch (Gustave-Charles-Joseph)', in BN, XLI, 1979-1980;
J. de Maeyer, Arthur Verhaegen (1847-1917). De rode baron , 1994.