Eggen (van Terlan), Johan L.M.
(Gent 23 juni 1883 – Bonn 28 december 1952).
Promoveerde in oktober 1905 in de rechten aan de Rijksuniversiteit Gent. Voor de Eerste Wereldoorlog leek Eggen in alle opzichten carrière te zullen maken als advocaat. Achtereenvolgens was hij verbonden aan de balie te Gent en aan het parket te Brussel. Ook op wetenschappelijk terrein maakte hij reeds naam. In 1916 aanvaardde hij een hoogleraarschap aan de von Bissing Universiteit. Van 1927 tot 1934 was hij verbonden aan de universiteit te Bonn. Daarna verbleef hij, daar hij het niet eens was met het Hitlerregime, in België. Na de Tweede Wereldoorlog keerde hij naar Duitsland terug.
Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werkte Eggen in 1915 mee aan het in Amsterdam verschijnende dagblad De Vlaamsche Stem. In hetzelfde jaar ondertekende hij de Zeven Punten van de groep Jong-Vlaanderen en koos daarmee voor het activisme. In 1917 speelde hij een rol bij het totstandkomen van de Raad van Vlaanderen, waarin hij ook zitting nam. Hij was betrokken bij de besprekingen van de grondwetscommissie van deze Raad. Na de oorlog werd hij wegens activisme bij verstek veroordeeld. Ten onrechte werd hij ervan beschuldigd lid te zijn geweest van de Politische Abteilung.
Na zijn vlucht uit België kende Eggen een wisselvallig bestaan, waarbij zijn activistisch verleden en zijn twistzieke natuur hem vaak parten speelden. In de Vlaamse politiek trad hij niet meer op de voorgrond.
Literatuur
D. Vanacker, Het aktivistisch avontuur, 1991;
L. Vandeweyer, 'Het activisme in Limburg tijdens de Eerste Wereldoorlog', in Limburg
Het Oude Land van Loon, nrs. 2-3 (1997), p. 97-139 en p. 193-230.
Verwijzingen
zie: De Vlaamsche Stem.