Doussy, Gustaaf

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Kortrijk 5 januari 1881 – Gent 28 november 1948).

Was medestichter van een clandestiene Vlaamse bond aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk. Van 1900 tot 1906 studeerde Doussy geneeskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij was er actief in het Vlaamsch Verbond (bestuurslid in 1904-1905) en schreef voor Ons Leven onder de schuilnamen van Gwijde-Gouwelooze, Sporenslag en Zoeti. Samen met hoofdredacteur Jef van den Eynde zette hij zich onder andere als voorzitter van de Westvlaamse gilde (1902) en preses van Moeder Kortrijkse (1904-1905) in voor de geestelijke verheffing van de studenten door kunstavonden en voordrachten te organiseren. Hij was ook lid van de Sociale studiekring en Sprekersbond (verbond sociale en Vlaamse actie) en van het Sint-Thomasgenootschap. Hij zette zich in voor de vernederlandsing van het hoger en middelbaar onderwijs en gaf in De Vlaamsche Vlagge (1900) daartoe als belangrijk motief de vernederlandsing van de hogere klassen. Op die manier zou deze laatste dichter tot het gewone volk komen te staan en samen met hen één Vlaams volk uitmaken.

In 1902 verdedigde Doussy op het Studentencongres het wetsvoorstel-Edward Coremans (inzake de vernederlandsing van het vrij middelbaar onderwijs) en bekritiseerde in De Vlaamsche Wacht (1907) de bisschoppen en katholieke politici die het voorstel tegenwerkten. Als pas afgestudeerde werd hij in 1907 lid van de tweede Vlaamse hogeschoolcommissie en in 1910 van de Kortrijkse subcommissie, die propaganda voerde voor een Vlaamse universiteit. Ook na zijn studies zou hij de studentenbeweging te Leuven blijven volgen en richtte in 1907 een Steun- en Eregilde op, omdat het pas autonome Verbond financieel zou kunnen overleven.

Tussen 1910 en 1914 zette Doussy zich in voor de Daensistische Beweging en werd voorzitter van de Kortrijkse Christene Volkspartij. In november 1913 stichtte hij samen met Remi Vanderschelden het ziekenfonds Helpt Elkander. Hij voerde in 1914 de Gentse lijst aan voor de parlementsverkiezingen, maar werd niet verkozen. Juist voor de oorlog startte hij in Kortrijk Volksopbeuring, een caritatief initiatief gesteund door het gemeentebestuur. In navolging daarvan werden tijdens de oorlog ook in Gent, Antwerpen en Brussel gelijkaardige initiatieven gestart die in 1917 meer en meer als activistisch bestempeld werden. Doussy tekende in 1916 de manifesten voor een vernederlandsing van de Gentse universiteit en aanvaardde in 1917 een functie als docent in de gynaecologie aan de von Bissing Universiteit. Hij was voorstander van een Groot-Nederlandse staat en zag een autonoom Vlaanderen in een unie met Wallonië als tussenstap. Hij was lid van de eerste en tweede Raad van Vlaanderen en had zitting in enkele subcommissies.

In 1918 vluchtte Doussy naar Nederland. Hij werd bij verstek door het assisenhof veroordeeld tot vijftien jaar dwangarbeid, maar kon door de Uitdovingswet van 1929 naar Kortrijk terugkeren. Daar was hij actief in verschillende sociale organisaties en werkte mee aan het vrijzinnige tijdschrift De Nieuwe Voorpost. Eind 1932 stichtte hij een eigen blad, De Vlaamsche Volkseeuw (1932-1936) waarin hij de rechtse en autoritaire strekking van het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) en het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) bekritiseerde. In 1932 voerde hij nog een lijst aan voor de Vlaamsch-Nationale Demokratische Partij en in 1936 was hij lijstduwer voor diezelfde partij in Kortrijk-Harelbeke (onder de benaming Vrije Volkspartij van Vlaamsch Nationale Demokraten); tweemaal echter met gering succes. Vanaf 1937 vestigde hij zich te Gent. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij er als dokter actief voor de verzetsorganisatie, het Geheim Leger. In 1946 diende hij voor de ter dood veroordeelde August Borms een genadeverzoek in.

Werken

'Een Steun en Eeregilde voor het Vlaamsch Verbond te Leuven', in Ons Leven, jg. 20 (1908); 
'Albrecht Rodenbach te Leuven', in De Zaaier, jg. 2 (1908), p. 135-144.

Literatuur

H. Slingeneyer (zijn echtgenote), Ik ben Hyacintha Slingeneyer, 1967; 
W. Deconinck, 'Het daensisme in het arrondissement Kortrijk tot de Eerste Wereldoorlog', in De Leiegouw, jg. 26 (1984), p. 2-3; 
F. van Campenhout, 'Gustaaf Doussy. Daensistisch strijder uit het Kortrijkse', in Daensfonds, jg. 13 (1989), p. 3; 
id., 'De Kortrijkse arts Gustaaf Doussy: daensist, activist, democraat en verzetsman', in De Leiegouw, jg. 32 (1990); 
id., 'Gustaaf Doussy', in NBW, XIII, 1990; 
D. Vanacker, Het aktivistisch avontuur, 1991 ; 
B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994. 

Auteur(s)

Sandra Maes