Delvo, Edgard

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Gent 20 juni 1905).

Werd na zijn opleiding aan de Gentse Rijksnormaalschool corrector en vertaler bij het dagblad Vooruit. Delvo studeerde daarna sociale en economische wetenschappen en opvoedkunde aan de Gentse Rijksuniversiteit. In november 1928 werd hij Vlaams secretaris van de Centrale voor Arbeidersopvoeding (CAO) en in 1934 algemeen secretaris van de CAO België. Hij was een overtuigd aanhanger van Hendrik de Man.

In juli 1940 sloot Delvo zich aan bij het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). In augustus 1940 tekende hij het manisfest van de Volksbeweging. Hij was een van de zeldzame BWP'ers die naar het VNV overstapten en maakte een steile carrière. Op 23 oktober 1940 werd hij opgenomen in de Raad van Leiding van de partij. Hij trad fulltime in dienst. Op 17 december 1940 werd hij leider van de Dienst Opleiding en Vorming. Later nam hij de Propagandaleiding waar (augustus 1941-april 1942). Hij publiceerde in Volk en Staat vele artikels over het nationaal-socialisme. In de VNV-leiding wierp hij zich op als bepleiter van een samenwerking met de SS. Zo kreeg hij het vertrouwen van zowel het Militair Bestuur in Brussel als de SS-leiding in Berlijn. Dit verklaart zijn aanstelling tot leider van de Unie van Hand- en Geestesarbeiders (UGHA) op 19 maart 1942. Hij verving er F.V. Grauls die bij de bezetter in ongenade was gevallen. Delvo was al eerder bij de leiding van de UHGA betrokken toen hij in juni 1941 in het Comité van Acht trad. Delvo kon maar tot de hoogste post doorstoten door ontslag te nemen uit de VNV-leiding. Hij vervreemde van het VNV en zocht toenadering tot de Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag) waarvan hij al langer lid was. Bij de dood van Staf de Clercq (22 oktober 1942) probeerde de SS Delvo vruchteloos naar voren te schuiven als opvolger. In september 1943 onderhandelde Delvo met de DeVlag-leider Jef van de Wiele over de positie van de UHGA in het geval dat de DeVlag erkend zou worden als de enige nationaal-socialistische partij van Vlaanderen. In september 1944 vluchtte hij naar Duitsland waar hij als gevolmachtigde voor sociale zaken zetelde in de Vlaamsche Landsleiding, de exil-regering van de DeVlag.

Werken

In dienst der arbeidersopvoeding: handboek voor de medewerkers van de Opvoedingscentrale, 1937; 
De Belgische arbeidersbeweging: geschiedkundige studie, 1938; 
Hedendaagsch humanistisch streven: democratisch socialisme en zijn betekenis voor de BWP, 1939; 
Arbeiders, mijn kameraden, na 28 mei 1940; 
Arbeid en arbeider in de volksche orde, 1941; 
Sociale collaboratie. Pleidooi voor een volksnationale sociale politiek, 1975; 
De mens wikt... Terugblik op een wisselvallig leven, 1978; 
Democratie in stormtij. Democratisch socialisme in de crisisjaren dertig, 1983.

Literatuur

W. Steenhaut, De Unie van Hand- en Geestesarbeiders. Een onderzoek naar het optreden van de vakbonden in de bezettingsjaren (1940-1944), RUG, onuitgegeven doctoraatsverhandeling, 1983; 
B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994.

Verwijzingen

zie: socialistische partij.

Auteur(s)

Wouter Steenhaut; Bruno de Wever