Delbar, Henri
(Moeskroen 7 juni 1833 – Menen 24 november 1894).
Had in Frankrijk zijn humaniora gevolgd (Douai, 1847-1853) en kwam voor het eerst in contact met de 'Vlaamse' taal en gebruiken tijdens zijn studies aan het Klein Seminarie van Roeselare (filosofie, 1853-1854). Hoewel overtuigd van de superioriteit van de Franse cultuur spoorde Delbar later als superior van het Klein Seminarie (1869-1884) zijn leraars en leerlingen aan om deel te nemen aan de V.B. voor zover hun activiteit erop gericht was er een katholieke beweging van te maken en ze uit de liberale invloedssfeer te houden. Zijn houding wakkerde het Vlaamsgezinde enthousiasme aan van hen die aan de wieg stonden van de ontluikende katholieke Vlaamse studentenbeweging. Algauw werd het duidelijk dat Delbar de blauwvoeterij afwees en als een bedreiging voor het traditionele onderwijs aanzag. Op het superiorsfeest van 1875 kwam het voor het eerst tot een openlijk conflict (De Groote Stooringe). Jules Devos werd door Delbar als schuldige aangewezen en de laan uitgestuurd. Delbar had gehoopt hiermee de opstandige geest de kop in te drukken maar de toestand verbeterde er niet op met als gevolg dat het lerarenkorps van het Klein Seminarie verdeeld raakte in twee kampen, verpersoonlijkt in de onpopulaire Delbar en zijn antagonist Hugo Verriest. Delbar probeerde langs allerlei wegen het verzet te breken: De Vlaamse Leeuw, De werd verboden, de boeken van Hendrik Conscience werden verboden lectuur, de toneelgilde van de poësis werd afgeschaft en leraren werden elders benoemd. Een hele schare Vlaamsgezinde leraren verliet op rechtstreeks of onrechtstreeks verzoek van Delbar het Klein Seminarie. Die verplaatsingen duurden tot 1881, dan achtte Delbar de rust voldoende hersteld. Voor de Vlaamsgezinden van toen was Delbar de 'blauwvoethater' en menig polemisch artikel werd aan zijn persoon gewijd. In 1884 werd Delbar president van het Grootseminarie van Brugge en vanaf 1889 pastoor-deken van Menen.
Literatuur
A. Demeulemeester, 'De persoonlijkheid van Hendrik Delbar (1833-1894), superior aan het Klein Seminarie te Roeselare (1896-1884)', in Rollariensia, jg. 2 (1970), p. 5-50 en jg. 3 (1971), p. 5-64;
M. de Bruyne, Genesis van een studentenrevolte, de "Groote Stooringe" te Roeselare 1875, 1975;
L. en L. Vos-Gevers, Dat volk moet herleven. Het studententijdschrift De Vlaamsche Vlagge 1875-1933, 1976;
L. Pillen en J. Pollet, 175 jaar Klein Seminarie, 1982;
L. Gevers, Bewogen Jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), 1987.