Debacker, Thomas A.N.

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Mol 3 april 1892 – Beerse 1 december 1971).

Studeerde na het jezuïetencollege in Aalst voor onderwijzer in Malonne. In 1909 was Debacker in zijn geboortedorp medestichter, eerst schatbewaarder en later ondervoorzitter van de studentengilde Vlaamsch en Volksch. Drie jaar later werd hij benoemd aan de gemeenteschool van Mol en voorzitter van de plaatselijke kring van het Christelijk Onderwijzersverbond (COV). Als organisator van Guldensporenvieringen en veelgevraagd redenaar werd hij eerst medewerker en vanaf februari 1914 bestuurslid van de Katholieke Vlaamsche Arrondissementsbond die actief deelnam aan de campagne voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit.

Rond Pasen 1916 vertrok Debacker als vrijwilliger naar het IJzerfront en werd onderofficier bij de artillerie. Eind 1918 was hij terug in Mol en stichtte er een afdeling van het Verbond der Vlaamse Oud-strijders (VOS) waarvan hij twee keer voorzitter was. In het milieu van de oud-strijders was hij een van de tenoren tegen het Frans-Belgisch Militair Akkoord.

In 1921 was Debacker vierde kandidaat op de katholieke lijst voor de Kamer maar werd door het opkomen van een conservatieve en anti-Vlaamsgezinde scheurlijst, ondanks zijn groot aantal voorkeurstemmen, niet verkozen. In het voorjaar van 1924 werd hij arrondissementeel voorzitter van het Katholiek Vlaamsch Verbond als afgevaardigde van de boeren (Katholieke Vlaamsche Landsbond), maar een politiek mandaat scheen weer niet haalbaar. Daarom werd in februari 1925 de Katholieke Vlaamsche Volkspartij (KVV) opgericht die een aarzelende Debacker als kandidaat naar voren schoof. Door apparentering met de Antwerpse Frontpartij werd hij verkozen en ontwikkelde in de volgende jaren een rusteloze parlementaire activiteit.

Debackers dienstbetoon was een nieuwigheid in de Kempen en zeker niet onbelangrijk in de uitbouw van de partij die vanaf juli 1925 ook over het weekblad De Nieuwe Kempen beschikte. De artikels die Debacker daarin schreef, beslaan een breed spectrum van plaatselijke polemieken over antimilitarisme (op VOS-standpunt) en anti-belgicisme tot vrij vooruitstrevende sociale reflecties. Vanaf januari 1927 was Debacker gemeenteraadslid in Mol en schepen in een moeilijke coalitie met de katholieken, die zou standhouden tot februari 1930.

Bij de parlementsverkiezingen van 1929 behaalde Debacker ondanks een expliciete veroordeling van zijn partij door kardinaal Ernest-Joseph van Roey 25,3% van de stemmen en werd voor de eerste maal met eigen stemmen herkozen. De crisis van het Vlaams-nationalisme in het begin van de jaren 1930 ging ook aan de Kempen en Debacker niet voorbij. De schipperende houding van Debacker, die niet wenste te kiezen tussen het Belgisch federalisme van Jan van Mierlo en het Groot-Nederlands radicalisme van Leo Wouters, leidde tot het verdwijnen van beide antagonisten uit de KVV.

Debacker was al vroeg betrokken bij allerlei pogingen om tot meer eenheid te komen in het Vlaams-nationale partijpolitieke landschap. Zo was hij in 1928 lid van het Directorium van het Algemeen Vlaamsch Nationaal Verbond. Bij de stichting van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) voer hij de gematigde koers van Hendrik Elias en Hendrik Borginon. Pas in december 1934 trad de Turnhoutse KVV officieel toe tot het VNV maar Debacker bleef nog behoorlijk afstand houden en het kwam meermaals tot een aanvaring met de leiding. De formele onafhankelijkheid van zijn weekblad was hem in december 1935 voldoende reden om, gevolgd door zijn arrondissementele organisatie, het VNV te verlaten en toenadering te zoeken tot de katholieke partij. In april 1936 kwam er om electorale redenen en met het oog op de verkiezing van mei 1936 opnieuw toenadering. In oktober nam de KVV terug haar plaats in in de VNV-gelederen. Bij het sluiten van het akkoord Rex-VNV en de concentratiepoging VNV-KVV (Beginselakkoord), stond Debacker loyaal achter Staf de Clercq. Niettemin nam hij begin 1940 alweer een particulier standpunt in door te pleiten voor een verzoening België-Vlaanderen.

Debacker stapte dan ook eerder schoorvoetend in de collaboratie en werd trouwens in de zomer van 1940 als VNV-arrondissementsleider vervangen door Karel Pelgroms. Vanaf juni 1941 tot januari 1942 was hij oorlogsburgemeester van Mol; daarna werd hij lid van de Bestendige Deputatie van Antwerpen en tevens hoofd van de Provinciale Cultuurdienst. Via artikels en redevoeringen riep hij vooral de intellectuelen op voor de strijd tegen het bolsjevisme aan het oostfront, de laatste maal in de zomer van 1943. Hij was ook betrokken bij de stichting van een cel van de Duitsch- Vlaamsche Arbeidsgemeenschap in Mol en maakte propaganda voor de Vrijwillige Arbeidsdienst voor Vlaanderen.

In september 1944 vluchtte Debacker naar Duitsland en daarna naar Zwitserland maar bleef daar niet en werd in mei 1945 aangehouden. Zijn proces voor de Turnhoutse krijgsraad volgde in november van dat jaar en liep uit op de doodstraf. Het krijgshof van Antwerpen maakte daar in april 1946 levenslang van met een half miljoen frank schadeloosstelling aan de Belgische staat. De Backer kwam reeds vrij in augustus 1950 maar speelde nadien geen enkele politieke rol meer.

Werken

Artikelen in De Werking; De Standaard; De Nieuwe Kempen; Volk en Staat; Opbouw.

Literatuur

B. Verhaert, 'De verhouding van volksvertegenwoordiger Thomas Debacker tot het VNV', in WT, jg. 43, nr. 4 (1984), p. 230-242 en jg. 44, nr. 1 (1985), p. 14-26: 
G. van Gorp, 'Het geschil Thomas de Backer - Jan van Mierlo 1930-1932. De strijd tussen federalisten en Grootnederlanders in de Kempense microkosmos', in Taxandria, jg. 57 (1985), p. 169-183; 
B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994.

Verwijzingen

zie: Katholieke Vlaamsche Volkspartij Turnhout.

Auteur(s)

Gui van Gorp