Düringsfeld, Ida von
(Militsch 12 november 1815 – Stuttgart 25 oktober 1876).
Werd in Silezië geboren. Von Düringsfeld, die in 1845 huwde met baron Otto von Reinsberg, schreef reeds op 17-jarige leeftijd poëzie; van 1854 af verbleef zij achtereenvolgens in België (1854-1859), Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk. Geïnspireerd door haar vele reizen liet zij bij haar dood een omvangrijk oeuvre na. Hiervan zijn alleen de vruchten van haar cultuurhistorische speurtochten het vermelden waard.
Van haar verblijf in Vlaanderen maakte zij gebruik om contacten te leggen met talrijke Vlaamse literatoren en voormannen van de V.B. en om een bio-bibliografisch en anthologisch overzicht van de Vlaamse literatuur sedert het bestaan van de Belgische staat samen te stellen: Von der Schelde bis zur Maas (3 delen, Leipzig en Brussel). Bij het verzamelen van materiaal voor dit werk ondervond ze veel steun van Johan M. Dautzenberg en diens schoonzoon Frans de Cort. Door persoonlijk vele literatoren tot medewerking uit te nodigen wist zij haar overzicht vrij volledig te maken. Ze publiceerde ook artikelen in Belgische tijdschriften en te Brussel verschenen enkele romans van haar hand. Zij was onder meer erelid van de maatschappijen Met Tijd en Vlijt (Leuven) en De Pioen (Mechelen).
Haar belangstelling voor de V.B. was groot. Daardoor behoort zij tot de geestverwanten van August Hoffmann von Fallersleben, Luise von Ploennies, Johann Uhland en >Johann W. Wolf, die zich, bewogen door filologisch-nationale motieven, omstreeks het midden van de 19de eeuw voor de groei van de V.B. interesseerden.
Werken
Von der Schelde bis zur Maas, 3 dln., 1861.
Literatuur
E. de Bom, 'Ida von Düringsfeld: een ooggetuige van de Vlaamsche romantiek', in Verslagen en Mededelingen van de KVATL (1938).