Commissie, belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de Grondwet, de Wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten
De Gelijkheidswet van 1898 bepaalde dat de wetteksten voortaan ook in het Nederlands zouden worden aangenomen, bekrachtigd en afgekondigd. Van de wetgeving van vóór die datum bestond dus enkel een officiële Franse tekst.
Onder impuls van de Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden voorzag een Koninklijk Besluit van 18 september 1923 in de oprichting van een Centrale commissie voor Nederlandse rechtstaal en bestuurstaal in België. Ze stond eerst onder voorzitterschap van Hendrik de Hoon en vanaf 1932 van Emiel van Dievoet. Ze bleef actief tot in 1941 en vertaalde onder meer de grondwet, het burgerlijk en het strafwetboek en het wetboek van strafvordering. Deze vertalingen hadden geen kracht van wet, want de oude Franse wettekst bleef de enige authentieke. Wel werden de vertalingen bekendgemaakt in Koninklijke Besluiten, waarin uitdrukkelijk werd bepaald dat deze vertalingen moesten worden gebruikt bij het onderwijs aan de rijksuniversiteiten en voor het opmaken van authentieke akten.
Het ontbreken van 'officiële' Nederlandse wetteksten voor de periode vóór 1898 deed afbreuk aan het beginsel van gelijkheid. Het riep ook praktische bezwaren op. Juristen bleven in de rechtspraktijk teruggrijpen naar de enige 'echte' teksten. Rechters citeerden in hun Nederlandse vonnissen uiteraard enkel de authentieke wetteksten, soms dus in het Frans. Onder impuls van Van Dievoet voorzag een Koninklijk Besluit van 5 april 1954 in de oprichting van een nieuwe Commissie, belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de Grondwet, de Wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten. Onder voorzitterschap van Van Dievoet en, vanaf 1967 van diens zoon Guido van Dievoet, had ze als opdracht teksten uit te werken die door het parlement werden goedgekeurd en dus officieel zouden zijn. De meeste vertalingen zagen het licht in de jaren 1970. Thans zijn alle wetboeken vertaald alsook vele bijzondere wetten. De meeste werden door het parlement goedgekeurd; een aantal belandde echter in een lade van de minister van justitie en wacht nog steeds op een parlementaire goedkeuring.
Literatuur
G. van Dievoet, 'De Commissie belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de Grondwet, de Wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten (1954-1981)', in Rechtskundig Weekblad (1980-1981), kol. 2361-2368;
H. van Goethem, 'De Bond der Vlaamse Rechtsgeleerden (1885-1964)', in id. (red.), Honderd jaar Vlaams rechtsleven 1885-1985. Bij het eeuwfeest van de Vlaamse Juristenvereniging en de 50ste verjaardag van de vernederlandsing van het gerecht, 1985, p. 88-92;
J. van Haver, 'De wetboekencommissie en het taalbeleid van de overheid', in F. Stevens en D. van den Auweele (red.), "Houd voet bij stuk". Xenia iuris historiae G. van Dievoet oblata, 1990, p. 601-620.