Christene Volkspartij-Vlaamsche Front

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

Na de Eerste Wereldoorlog was de daensistische Christene Volkspartij fel gehavend. Ze had geen krachtige leiders meer en geen programma waarmee ze zich duidelijk kon profileren. Ze raakte gekneld tussen de katholieke partij en de Frontpartij. In het Aalsterse beschikte ze echter nog over enkele weekbladen, over sociale organisaties en over een niet onaanzienlijk kiezerspubliek. In 1919 werd de partij gereorganiseerd. Voorzitter werd Karel-Leopold van Opdenbosch.

Fundamenteel verschilde het programma van deze Christene Vlaamsche Volkspartij niet van dat van de Frontpartij. Een toenadering lag dus voor de hand. Er werd een eenheidslijst gevormd voor de parlementsverkiezingen van november 1919 in Aalst, Gent en Oudenaarde. Van Opdenbosch en de Fronter Hendrik Borginon werden verkozen. Maar toen het akkoord in 1921 niet werd vernieuwd, verloren beide volksvertegenwoordigers hun zetel.

De twee partijen knoopten in 1923 opnieuw gesprekken aan en in september werd de versmelting officieel gevierd. In het arrondissement Aalst hebben vooral Jan-Baptist de Neve, Jan de Beul, Victor Bocqué en Ernest van den Berghe zich voor de eenmaking ingezet. Onder de naam Christene Volkspartij-Vlaamsche Front-Partij van Vlaamsche Nationalisten trad de nieuwe formatie naar buiten. In 1933 ging deze partij op in het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). Niet iedereen in de Daensistische Beweging was het evenwel eens met die toenadering tot en uiteindelijk de opslorping door het Vlaams-nationalisme. In 1933- 1936 kwam het tot een breuk toen daensisten als Hector Plancquaert en Van Opdenbosch de aansluiting bij het VNV afwezen en de Vlaamsch-Nationale Demokratische Partij oprichtten.

Literatuur

R. d'Haese, 'De integratie van de resten der Christene Volkspartij in het Vlaams-nationalisme na WO I', in Daens in brons, 1985, p. 28-81; 
F. van Campenhout, LDB, 1993.

Auteur(s)

Frans van Campenhout