Catry, Berten (eigenlijk Albert)

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Oudenburg 31 maart 1896 – Roeselare 25 maart 1941).

Beëindigde zijn middelbare studies aan het Sint-Amandscollege van Kortrijk en nam een jaar later vrijwillig dienst in het Belgisch leger. Na de wapenstilstand vatte Catry de studies geneeskunde in Leuven aan, waar hij zich volop in het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond en het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS) engageerde. In 1921 werd hij algemeen voorzitter van het AKVS. Tijdens zijn eerste academiejaar als voorzitter nam hij ook de redactie van De Blauwvoet voor zijn rekening. Het AKVS stuurde hij op organisatorisch en ideologisch vlak op nieuwe wegen. De banden met de plaatselijke bonden werden aangehaald en het gezag van het Leuvense hoofdbestuur werd verstevigd. Dit liet hem en Tony Herbert toe het AKVS in de richting van het Vlaams-nationalisme met het anti-belgicisme als een van de belangrijkste bestanddelen te sturen. Opdat die evolutie zou slagen, mochten seminaristen volgens Catry niet langer aan het hoofd van studentenbonden staan. Ook later zou hij proberen hun invloed te weren.

Na het voltooien van zijn studies in Leuven in 1924 specialiseerde Catry zich verder tot oogarts in Bordeaux. Ook toen hij na 1924 geen voorzitter meer was, bleef hij een belangrijke invloed uitoefenen op het AKVS. Vanaf november 1925 trad hij op vraag van Leo Dumoulin als verantwoordelijke voor Het Pennoen op. Samen met Dumoulin en Jules Faes vormde hij de redactie van het blad en wat later van De Vlaamsche Vlagge. Kort na de grote vakantie van 1926 kreeg hij ook het beheer van dit laatste tijdschrift in handen. Catry had zich toen nog maar pas als oogarts in Roeselare gevestigd. In deze periode was hij ook nauw betrokken bij de oprichting van Jong Dietschland, waarvan hij redactielid en beheerder was. De artikels die hij erin publiceerde betroffen in de eerste plaats de studentenbeweging. Argwanend keek Catry tegen de lancering van de Katholieke Studentenactie – Jong-Vlaanderen (KSA) aan. Voor het West-Vlaamse AKVS sloot hij nog wel een akkoord met Karel Dubois maar algauw aanzag hij de katholieke actie als een poging om het AKVS uit het Vlaams-nationalistische vaarwater te halen en in de Belgische haven te loodsen. Catry en Dubois werden elkaars tegenspelers.

In West-Vlaanderen werkte Catry zich op als een van de leidende figuren binnen het politiek en cultureel Vlaams- nationalisme. In 1924 trad hij toe tot de Roomsch Katholieke Vlaamsch Nationale Vereeniging. In 1925 werd hij lid van het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond (KVNV), de Vlaams-nationalistische partij. Op politiek vlak volgde hij de evolutie in Groot-Nederlandse en solidaristische richting. Aanvankelijk steunde hij dan ook Joris van Severen en dit ondanks zijn ontevredenheid over de persoon Van Severen. In september 1931 werd hij de voorzitter van de Roeselaarse afdeling van het door Van Severen opgerichte Verdinaso. Enkele maanden later ondernam hij samen met enkele anderen nog een poging om het Verdinaso en het KVNV met elkaar te verzoenen. De onderhandelingen die eind 1931-begin 1932 ten huize en onder leiding van Catry werden gevoerd, kenden geen positief resultaat. Wanneer precies hij het Verdinaso verliet, is niet bekend maar tegen de verkiezingen van november 1932 was Catry al naar het KVNV teruggekeerd. Later sloot hij aan bij het Vlaamsch Nationaal Verbond. Zijn politieke activiteit schroefde hij halverwege de jaren 1930 terug. Voortaan legde hij zich als provinciaal voorzitter toe op de uitbouw van Vlaamsche Kinderzegen. Daarnaast was Catry bestuurslid van het Verbond der Vlaamse Oud-strijders, De Vriendschap, het Actiecomiteit voor Volksontwikkeling, De Moedertaal, de West-Vlaamse Oud-Hoogstudentenbond, Het Nieuwe Volkstooneel en het Algemeen Vlaamsch Geneesherenverbond.

Literatuur

L. en L. Vos-Gevers, Dat volk moet herleven. Het studententijdschrift De Vlaamsche Vlagge 1875- 1933, 1976; 
L. Vos, Bloei en ondergang van het AKVS, 2 dln., 1982; 
F. Boudrez, De Rodenbachstede: bakermat der Vlaamsche Beweging? De Vlaamse Beweging te Roeselare tijdens het interbellum, 1997.

Verwijzingen

zie: Jong Dietschland (1927-1933); vijfde links), Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Leuven.

Auteur(s)

Filip Boudrez