Cardyn, Jules
(Halle 17 februari 1904 – op zee ter hoogte van de Azoren 27 september 1969).
Behaalde na middelbare studies het diploma in de handelswetenschappen aan de Katholieke Universiteit Leuven. Enkele jaren later begon de universitaire loopbaan van Cardyn: in 1931 werd hij belast met de colleges boekhouden aan het Handelsinstituut in Leuven en het jaar daarop werd hij tot lector benoemd. In 1956 werd hij docent en in 1960 gewoon hoogleraar aan de faculteit van Economische en Sociale Wetenschappen.
Als pleegzoon van Pieter-Jozef Sencie werd Cardyn reeds als student in 1924 door zijn beschermer aan het werk gezet voor de pas opgerichte vereniging Vlaamse Leergangen te Leuven. Hij bleef zijn leven lang voor de opgang en bloei van deze vereniging ijveren, eerst als penningmeester en van 1941 af als afgevaardigd beheerder. Vóór 1940 steunde Cardyn de culturele activiteiten van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond te Leuven. Onder invloed van rector Honoré van Waeyenbergh werd hij in december 1944 ere-voorzitter van het KVHV met de uitdrukkelijke opdracht erop toe te zien dat het verbond voortaan in een goede verstandhouding met de academische overheid zou leven. Cardyn behoorde tot de Vlaamsgezinden die een loyale houding tegenover de Belgische staat voorstonden. In zijn ogen hadden Vlaams-nationalistische politici de vooroorlogse studentengeneraties op het extremistische pad gebracht, waar "negativisme en verbittering" zich van hen meester hadden gemaakt. Hij beschouwde het als zijn taak te verhinderen dat dit opnieuw zou gebeuren.
Na de dynamitering van de IJzertoren in maart 1946 werd Cardyn voorzitter van het Comité, dat de Jeugdbedevaart naar de IJzer (28 april 1946) inrichtte. In die hoedanigheid diende hij de minister van binnenlandse zaken, de Luikse liberaal Auguste Buisseret, te beloven dat de bedevaart een "waardig, nationaal en vaderlands karakter" zou hebben. Cardyn nam eveneens het voorzitterschap op zich van het Voorlopig Comité voor Herstel van het IJzerkruis, dat beoogde met de IJzerbedevaarten voortaan een Belgischer koers te gaan varen. Zo kwam hij in conflict met het oude comité dat de traditionele ceremonie aan de IJzertoren wenste te behouden als een herdenkingsplechtigheid met een Vlaams-nationalistisch karakter.
Toen met de Paasrevolutie van 1949 de nationalistische oppositie tegen de Verbondsleiding de macht in het KVHV overnam, werd besloten Cardyns mandaat van erevoorzitter niet meer te hernieuwen. Cardyn speelde ook een actieve rol in de faculteitskring Ekonomika te Leuven, waarvan hij eveneens erevoorzitter was.
Literatuur
W. Peremans, 'Rede bij de uitvaart van Prof. J. Cardyn', in Onze Alma Mater, jg. 23, nr. 4 (1969);
A. Descamps, 'In Memoriam Prof. Jules Cardyn', in Lovaniensia (1968-1969);
W. Moons, Het taboe van Vlaanderen. 40 jaar na de aanslag, 1986;
M. de Goeyse, O Vrij-Studentenheerlijkheid. Historisch-studentikoze schetsen, 1987;
W. Weets, Tussen traditie en beweging. De geschiedenis van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (1944-1956), KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1991.