Bruwier, Aloïs

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Ichtegem 27 januari 1857 – Ichtegem 24 juli 1939).

Studeerde (1870-1876) oude humaniora aan het Klein Seminarie van Roeselare, waar hij klasgenoot en vriend was van Albrecht Rodenbach. In juli 1875 nam Bruwier deel aan de rebellie De Groote Stooringe en tijdens het volgende schooljaar (1875-1876) bleef zijn verhouding met de superior van de instelling, Henri Delbar, gespannen. Met Rodenbach en andere Roeselaarse klasmakkers begon hij vanaf de grote vakantie 1875 aan de uitbouw van een net van vakantie-spelersgilden in West-Vlaanderen. Hij behoorde ook tot de kern van het West-Vlaamse groepje rond Rodenbach dat vanaf oktober 1876 nieuw leven wilde brengen in de Vlaamsgezinde studentenwerking aan de Leuvense universiteit. Zo was hij in het academiejaar 1876-1877 betrokken bij de oprichting in Leuven van de Sint-Tillogilde, een koorgilde en een spelersgilde, evenals van de Studentenafdeling van het Davidsfonds. Bruwier bleef een trouwe vriend van Rodenbach, ook toen die vanaf het academiejaar 1878-1879 wantrouwen begon te ondervinden van zijn West-Vlaamse achterban. Op 21 juni 1880 sprak hij namens de Leuvense studenten een lijkrede uit op het graf van zijn Roeselaarse vriend.

Hij legde samen met Renaat Adriaens de schakel met de tweede generatie West-Vlaamse scholieren, die in 1879 aan de Leuvense universiteit aankwam en er, na het mislukken van de Vlaamsche Studentenbond en Het Pennoen, nieuwe Vlaamsgezinde initiatieven ontwikkelde. Zo werkte hij mee aan de oprichting van een nieuwe West-Vlaamse spelersgilde (1879-1881) en van de West-Vlaamse gouwgilde (1883). Hij verzorgde ook mee de uitgave van de Vlaamsgezinde studentenbladen Kwaepenninck, De Tassche en Onze Vlaamsche Wekker. Nadat hij in 1884 zijn studies had voltooid, vestigde hij zich als geneesheer in Ichtegem. Hij trad datzelfde jaar toe tot de nieuwe redactieraad van het West-Vlaamse scholierentijdschrift De Vlaamsche Vlagge, die aan het blad een meer radicale koers gaf. Hij werd ook lid en later ondervoorzitter van de Oud-Hoogstudentenbond van West-Vlaanderen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij in 1918 lid van de activistische gouwraad van West-Vlaanderen, waarvoor hij in 1919 tot vijf jaar hechtenis werd veroordeeld (activisme).

Na de oorlog bleef hij met Hendrik Persyn en Karel Blancke tot 1925 lid van de Swighenden Eede, dat als beschermcomité voor De Vlaamsche Vlagge fungeerde. Op de Vlaggeviering van 1925 werd hij als "trouwe en beproefde" blauwvoeter gehuldigd (blauwvoeterij). Na de veroordeling datzelfde jaar door bisschop Gustave Waffelaert van het Vlaams-nationalisme bleef hij steun verlenen aan het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS). Zo was hij onder meer aanwezig op de als een Rodenbachhulde opgevatte landdag van het AKVS in augustus 1930, die wegens verbodsmaatregelen niet kon doorgaan in Roeselare, maar moest uitwijken naar Kortrijk. Hij steunde het AKVS ook in zijn verzet tegen het zich organiserende Jong Volksche Front. Toen dat op 29 augustus 1933 te Roeselare een eerste gouwdag hield en de deelnemers bij het standbeeld van Rodenbach een eed van trouw aan Vlaanderen wilden afleggen, stond hij hen als 76-jarige, samen met enkele AKVS'ers en oud-studenten, op te wachten met een spandoek "Handen af". Hj deelde mee strooibiljetten uit waarin werd gevraagd: "Studenten van West-Vlaanderen, waar is uw fierheid en uw schaamte?", en: "Wordt Rodenbach verkocht en misbruikt door België en zijn trawanten...?".

Werken

Albrecht Rodenbach. Lijkrede, 1880.

Literatuur

K.M. de Lille, Alfons Van Hee, 1963; 
L. en L. Vos-Gevers, Dat volk moet herleven. Het studententijdschrift De Vlaamsche Vlagge 1875-1933, 1976; 
M. de Bruyne en L. Gevers, Kroniek van Albrecht Rodenbach, 1980; 
L. Vos, Bloei en ondergang van het AKVS, II, 1982; 
L. Gevers, Bewogen Jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), 1987; 
M. de Bruyne, 'Rebelse roermakers in het Klein Seminarie 1806-1896, 2de deel', in Eertijds, jg. 26, nr. 2 (december 1994), p. 11-14.

Verwijzingen

zie: Klein Seminarie van Roeselare, Swighenden Eede.

Auteur(s)

Lieve Gevers; Michiel de Bruyne