Brusselse Gouwbonden

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Gewestbonden) onthaalstructuren voor Vlaamse inwijkelingen in Brussel, onderverdeeld naar de provincie van herkomst.

De Bonden wensten bij te dragen tot het behoud van de Vlaamse cultuur in Brussel. Hun voornaamste taak was de opvang en integratie van de inwijkelingen in de plaatselijke Vlaamse gemeenschappen. Men wilde voorkomen dat de Vlaamse inwijkeling zou worden geabsorbeerd door het Brusselse Franstalige grootstedelijke milieu. De gevolgde strategie steunde op het afschermen van de verfranste buitenwereld en op het benadrukken via uitstappen, feesten en lezingen van de folkloristische verbondenheid met de streek van herkomst.

Het militant Vlaams karakter van de Bonden werd versterkt door de nauwe banden met Vlaams-nationalistische verenigingen als het Verbond der Vlaamse Oud-strijders (VOS) en het Algemeen Vlaamsch Verbond.

In het interbellum kenden de Bonden hun grootste bloeiperiode omdat de conservering van traditionaliteit toen goed aansloot bij de mentaliteit van na de Eerste Wereldoorlog. Diezelfde strategie veroorzaakte na de Tweede Wereldoorlog echter mede het verval van de Bonden. De Gouwbondwerking werd na 1950 weliswaar heropgestart, maar kwam nooit meer echt van de grond. Door de collaboratie tijdens de oorlog en het anti-Vlaamse klimaat erna, opteerden vele Brusselse Vlamingen voor de verfransing. Toen vanaf 1965 de overheid een Vlaamse gemeenschapsstructuur in Brussel uitbouwde, werden de Gouwbonden enigszins overbodig. Het ledenaantal liep sterk terug en de werking is beperkt tot de traditionele eigen evenementen. Vier van de Bonden bestaan nog steeds: de Koninklijke Bond der Westvlamingen ( 1906), de Antwerpse Gouwbond voor Brussel ( 1920), de Bond der Oostvlamingen ( 1920), en de Bond der Limburgers ( 1950).

Literatuur

Westvlaamse figuren te Brussel, 1985; 
S. Parmentier, Vereniging en identiteit. De opbouw van een Nederlandstalig sociaal-cultureel netwerk te Brussel (1960-1986) (Taal en Sociale Integratie, nr. 10, 1988).

Auteur(s)

Nico Wouters