Brulez, Lucien
(Blankenberge 9 juli 1891 – Rendsburg 19 september 1982). Broer van Ferdinand en Raymond Brulez.
Studeerde rechten en wijsbegeerte aan de Université libre de Bruxelles, waar hij in 1914 promoveerde tot doctor in de rechten. Brulez was docent aan de vernederlandste Gentse universiteit (juli 1916 – oktober 1918) en werd doctor in de wijsbegeerte aan de universiteit te Jena (1918). Na zijn uitwijking in 1918 (via Nederland) naar Duitsland was hij tot 1956 lector Franse letterkunde aan de universiteit van Hamburg.
Aan de Brusselse universiteit speelde Brulez, vooral in verband met de strijd voor de vernederlandsing van het hoger onderwijs in Vlaanderen, een belangrijke rol in het Vlaamsgezinde studentengenootschap Geen Taal Geen Vrijheid. Hij publiceerde in 1910 een brochure, bestemd voor Franstalige lezers: La Question de l'université flamande exposée aux étudiants. Als eerste Vlaamse student volgde Brulez in 1911 de vakantieleergangen van de Leidse hoogleraar in de filosofie Gerardus Bolland. Eind 1911, begin 1912 kon hij Bolland overtuigen de voordrachtenreeks Het Nederlandsch als taal voor hogere aangelegenheden des geestes in Vlaanderen te houden. Deze redevoeringen verwekten heel wat deining. De vrijzinnigen waren enthousiast. Lodewijk de Raet vond ze even belangrijk voor de vernederlandsing van het universitair onderwijs als de voordrachten van Frans van Cauwelaert en Pol de Mont. In katholieke kringen stootten ze op verzet vanwege het 'rationalisme' van Bolland. Bij de uitgave ervan door Geen Taal Geen Vrijheid moest Brulez de soms heftige taal van Bolland dan ook enigszins afzwakken.
Tijdens de eerste oorlogsjaren studeerde Brulez te Leiden. Hij doceerde aan uitgeweken Belgische studenten te Amersfoort en werkte mee aan De Vlaamsche Stem en Dietsche Stemmen. Bij dit eerste blad nam hij een tijdlang het redactiesecretariaat voor zijn rekening. Hij weigerde evenwel het hem aangeboden hoofdredacteurschap van De Vlaamsche Post en wenste eerst zijn studies in Leiden af te werken. Toch volgde hij met belangstelling het activisme van Jong-Vlaanderen. Eenmaal teruggekeerd in Vlaanderen (1916), sloot hij zich dan ook bij deze groep aan en engageerde hij zich volledig in het activisme. Bij de opening van de vernederlandste universiteit van Gent werd Brulez benoemd als docent in de wijsbegeerte. Zijn vrijzinnigheid en zijn bekendheid als hegeliaan zorgde voor wantrouwen in katholiek-activistische kringen.
Naast zijn wetenschappelijk werk schreef Brulez artikelen in de pers, waarin hij onder andere de vernederlandsing van Gent beschouwde als de eerste stap naar de volledige zelfstandigheid van Vlaanderen. Andere activiteiten waren: een tournee met voordrachten over Vlaanderen in Duitsland; zijn medewerking aan de hogeschooluitbreiding, die hij met andere Vlaamse professoren van Gent op gang bracht; toespraken op activistenmeetings; het lidmaatschap van de Raad van Vlaanderen voor de provincie West-Vlaanderen. Het activisme van Brulez ligt duidelijk in de lijn van een radicaliseringsproces dat zich al in de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog bij tal van vrijzinnige flaminganten had voltrokken.
Na de oorlog werd hij bij verstek tot een gevangenisstraf van twintig jaar veroordeeld. Tijdens het interbellum onthield Brulez zich in Hamburg van elke politieke activiteit. Eind 1940 was er sprake van hem een functie in het bezette België aan te bieden, maar Brulez bleef tot 1945 in Hamburg. Toen werd hij waarschijnlijk opgepakt door de Britse militaire dienst en uitgeleverd aan België, waar hij tot 1950 vastzat. Daarna kon hij zijn lectorschap aan de Hamburgse universiteit weer opnemen.
Werken
La question de l'université flamande exposée aux étudiants, 1910;
'Woord vooraf', in G.J.P.J. Bolland, Het Nederlandsch als taal voor hoogere aangelegenheden des geestes, 1912.
Literatuur
A.L. Faingnaert, Verraad of zelfverdediging?, 1933;
M. van de Velde, Geschiedenis van de Jong Vlaamsche Beweging, 1941;
H.J. Elias, 25 jaar Vlaamse Beweging 1914-1939, I, 1969;
R. Brulez, 'Professor Bolland in Vlaanderen', in Verslagen en Mededelingen van de KVATL (1971);
D. Vanacker, Het aktivistisch avontuur, 1991.
Verwijzingen
zie: De Vlaamsche Stem.