Bruggen, Staf (eigenlijk Gustaaf)
(Schaarbeek 16 februari 1893 – Gent 18 mei 1964).
Volgde in 1911 een opleiding declamatie aan het Koninklijk Conservatorium te Antwerpen onder leiding van Modest Lauwerijs. Bruggen was toen reeds actief als acteur en voordrachtgever in verschillende amateurkringen, zoals de Vereniging Vlaanderen van Antwerpen en Pro Westlandia, waar hij August Borms ontmoette. Na zijn studies begon hij bij het Kristen Vlaamsch Tooneel, onder leiding van Juliaan Platteau zijn carrière als beroepsacteur (1913). Bij het uitbreken van de oorlog werd hij gemobiliseerd, maar snel krijgsgevangen genomen en weggevoerd naar Göttingen (Duitsland). Daar ontmoette hij onder meer Jozef Goossenaerts en stichtte het Krijgsgevangentoneel. Tevens was hij mederedacteur van Onze Taal. Na de oorlog schreef hij zich opnieuw in aan het Conservatorium, ditmaal voor de toneelklas. Hij nam de leiding van het Vossentoneel, een initiatief van het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders. Intussen hadden Bruggen, Goossenaerts en Oscar de Gruyter plannen om een Vlaams Nationaal Toneel te stichten. Op 10 augustus 1920 werd Het Vlaamsche Volkstooneel (VVT) opgericht. Bruggen nam geregeld hoofdrollen en regieopdrachten voor zijn rekening.
Na het overstappen van De Gruyter in 1922 naar de Antwerpse Koninklijke Nederlandse Schouwburg (KNS), werd Bruggen officieel tot hoofdacteur benoemd. Door zijn vele voorstellingen had hij inmiddels de reputatie van 'populairste acteur van Vlaanderen' opgebouwd. In 1930 kwam er na een intern conflict echter een einde aan de succesvolle samenwerking tussen Bruggen en het VVT. Bruggen stapte op en richtte Het Nieuwe Volkstooneel op, snel herdoopt tot Het Nationaal Vlaamsch Tooneel. Bijna alle acteurs en actrices maakten de overstap.
Bruggen zag het toneel als een instrument tot volksopvoeding en wilde met zijn gezelschap een rol spelen in de culturele opgang van Vlaanderen. Vandaar zijn grote aandacht voor oorspronkelijk Nederlandstalig werk en het aanhalen van de banden met het Vlaams-nationalisme, meer bepaald het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). In het bestuur van Het Nationaal Vlaamsch Volkstooneel zaten verschillende VNV-symphatisanten. In 1940 ondertekende Bruggen het manifest van Staf de Clercq tot oprichting van de Volksbeweging. Dankzij de steun van het VNV werd Bruggen op 23 augustus 1940 tot directeur van de Gentse KNS benoemd. Hij programmeerde er net zoals voor de bezetting consequent Nederlandstalige producties.
Na de bevrijding werd Bruggens benoeming ongedaan gemaakt. Hij probeerde nog wel een vernieuwd VVT op te starten, maar dit experiment mislukte. Bruggen was enkel nog actief als regisseur van verschillende amateurgezelschappen.
Literatuur
W. Putman, Tooneelgroei, 1927;
P.G. Buckinx, Staf Bruggen, 1929;
W. Putman, Tooneeldagboek (1928-1929), 1938;
C. Godelaine, Het Vlaamsche Volkstooneel, 1939;
A. vander Plaetse, Herinneringen aan het Vlaams Volkstoneel, 1960;
'Staf Bruggen-herdenking', in Spots, jg. 1, nr. 3 (1967), p. 2-26;
A. vander Plaetse, 'Staf Bruggen', in Twintig eeuwen Vlaanderen, XIV, 1976;
J. van Schoor, 'Staf Bruggen', in NBW, XIII, 1990;
A. Collard, De groep Staf Bruggen, RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1996.
Verwijzingen
zie: Pro Westlandia.