Boudewijn I

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Brussel 7 september 1930 – Motril 31 juli 1993).

Oudste zoon van koning Leopold III en de Zweedse prinses Astrid.

Ontving vanwege de Tweede Wereldoorlog, de wegvoering van het gezin naar Duitsland (7 juni 1944) en het verblijf in Zwitserland (7 mei 1945-juli 1950) niet de vorming aan de Militaire School en de universiteit die hij onder normale omstandigheden als kroonprins had moeten ontvangen. Boudewijn besteeg ten gevolge van de Koningskwestie die leidde tot de abdicatie van zijn vader, op 17 juli 1951 als 21-jarige de troon. Op 15 december 1960 huwde hij de Spaanse edelvrouw Fabiola de Mora y Aragon. Het paar had geen kinderen. Ondanks zijn zwakke gezondheid stierf Boudewijn nog vrij onverwachts in zijn buitenverblijf. Zijn broer Albert volgde hem op 9 augustus 1993 op.

Vooral vanaf de jaren 1970 werd Boudewijn in toenemende mate geconfronteerd met de wijziging van een unitair naar een federaal staatsconcept. Als constitutionele monarch uitte hij geregeld zijn bijzondere bezorgdheid over de gevolgen van het staatshervormingsproces voor de eenheid van het land. Hoewel hij de bestaande verschillen tussen de in België levende gemeenschappen aanvaardde, pleitte hij steeds voor het voortbestaan van een sterke nationale kern.

Alhoewel hij de grondwetsherziening van 1970-1971 steunde en aandrong op een snelle regeling van de federale hervormingen, genoot hij omwille van enkele incidenten geen grote populariteit in vooral tradioneel Vlaams-nationalistische middens. Er werd aanhoudend geprotesteerd tegen het uitblijven van amnestie en in Antwerpen werd de koning in 1976 zelfs onthaald op eieren en tomaten. Ook zijn goedkeuring van het Egmontpact (1977) en zijn korte ontmoeting met José Happart in 1979 verwekten veel Vlaams ongenoegen. Na de volgende fase van de staatshervorming (1980) riep de koning op tot communautaire rust door wederzijdse tolerantie en benadrukte hij andermaal de rol van Brussel als bicultureel centrum en bindmiddel. Tijdens het afwerken van het tweede luik van de staatshervorming (1987-1988) zou de koning herhaaldelijk persoonlijk zijn tussengekomen. In 1988 verdedigde hij in elk geval het bereikte akkoord, noemde België een federale staat en pleitte opnieuw voor een rustperiode in de communautaire hervormingen.

Na het Sint-Michielsakkoord (1992) ontstond een conflict met Vlaams minister-president Luc van den Brande, die op 11 januari 1993 had gepleit voor een verdergaande hervorming in conferale zin. Boudewijn tikte Van den Brande persoonlijk op de vingers, wat zijn populariteit in Vlaanderen deed dalen. Toen Boudewijn echter kort daarna overleed, ontstonden zowel in Vlaanderen als Wallonië opvallend massale sympathiebetuigingen, die door sommige waarnemers beschouwd werden als een uiting van een Belgisch nationaal gevoel bij brede lagen van de bevolking.

Deze tekst is een korte samenvatting van wat gedetailleerder beschreven staat in het overzichtsartikel Monarchie (auteur: Herman van Goethem).

Literatuur

Koning Boudewijn 35 jaar dialoog met de Natie. Een keuze uit de koninklijke toespraken van 1951 tot 1986, 1986; 
G. Eyskens, Het laatste gesprek. Herinneringen aan veertig jaar politiek leven, 1988; 
S. de Lobkowicz, Baudoin. Biographie, 1994; 
H. Bucincx, Ruim 40 jaar koninklijke toespraken door Koning Boudewijn. Een inhoudsanalyse, 1994; 
L.J. Suenens, Koning Boudewijn. Het getuigenis van een leven, 1995.

Verwijzingen

zie: CVP-Jongeren, monarchie, Nieuw Vlaanderen (1967-1991), Ernest-Joseph van Roey.

Auteur(s)

Nico Wouters