Boon, Arthur

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Blaasveld 7 april 1883 – Jette 3 januari 1938).

Volgde de humaniora aan het Klein Seminarie van Mechelen, waar hij op 22-jarige leeftijd tot priester gewijd werd. Daarna studeerde Boon te Leuven Germaanse filologie onder meer bij Carolus Lecoutere, die hij in 1921, na het weren van Jules Persyn, onvoorbereid moest opvolgen voor de neerlandistiek. Voordien had Boon eerst als leraar op het Mechelse Sint-Romboutscollege een Vlaamse studentenbond gesticht en geleid, daarna als oorlogsvrijwilliger met andere aalmoezeniers aan soldaten de kans geboden humaniora-examen af te leggen in de taal van hun keuze. In 1925 luidde de vervanging van de na een langdurige ziekte overleden Emiel Vliebergh door Boon de bloeiperiode van het Davidsfonds in. Hij nam er een jonge secretaris, Eduard Amter, over. Diens werkkracht kwam de voorzitter, zeer snel getekend door een hartkwaal, erg gelegen.

Onder het beleid van de tandem Boon-Amter beleefde het Davidsfonds een sterke groei van zowel het ledenaantal als de activiteiten. De vereniging werd opengesteld voor nationalisten, ondanks de toenemende spanningen met de katholieke partij. Tegelijkertijd hielp hij nationalistische uitwassen in het Leuvense studentenmilieu te bestrijden. Maar binnen het Fonds moesten alle Vlaamsgezinde gelovigen elkaar buiten en boven de partijpolitiek kunnen vinden. Zijn aandeel in de start van de Katholieke Vlaamsche Radio-Omroep (1927) en het Nationaal Instituut voor Radio-omroep, dat hem in zijn dagelijks bestuur opnam (1931), droeg, samen met zijn aanstelling in 1930 als lid van de Hoge Raad voor Volksopleiding, verder tot Boons aanzien bij.

Literatuur

L. Wils, Honderd jaar Vlaamse Beweging, II, 1985.

Verwijzingen

zie: Jan Boon, Guido Gezelle, onderwijs (hoger: Leuven).

Auteur(s)

Karel Hemmerechts