Bols, Jan
(Werchter 9 februari 1842 – Aarschot 15 januari 1921).
Ontving de priesterwijding in 1866 en was leraar aan het Sint- Romboutscollege te Mechelen (1866-1876) en directeur van het Sint-Jozefscollege te Aarschot (1876-1884). Vervolgens werd Bols pastoor in de Sint-Katelijneparochie te Mechelen (1884- 1887) en in de Onze-Lieve-Vrouweparochie te Alsemberg (1887- 1907), en ten slotte rustend pastoor te Aarschot. Hij was lid van de Zuidnederlandsche Maatschappij voor Taalkunde (sinds 1876), van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (sinds 1887) en van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden (sinds 1912). In 1913 werd hij doctor honoris causa van de Katholieke Universiteit Leuven.
Als poësisleraar aan het Sint-Romboutscollege wekte Bols in de lijn van Guido Gezelle geestdrift op voor de studie van de volkstaal, het verzamelen van spreekwoorden en zegswijzen, het opsporen van sagen en volksverhalen. Onder zijn leerlingen bevond zich onder meer Jakob Muyldermans met wie hij tot aan zijn dood nauwe contacten zou blijven onderhouden binnen de V.B. Hij werd mentor van de in 1875 opgerichte Vlaamsgezinde scholierenvereniging De Jonge Taalvrienden van het Klein Seminarie van Mechelen en was in 1881 medeoprichter van De Student. Hij was een vooraanstaand lid van het Davidsfonds en publiceerde in het orgaan van deze vereniging. Hij ijverde voor godsdienstonderwijs in de volkstaal en hield daarvoor, als directeur van het college van Aarschot, een opgemerkt pleidooi op het eerste congres van het Davidsfonds in 1879 in Brugge. Hij was voorstander van een "algemeen beschaafd Vlaams" taalgebruik en bekritiseerde in zijn publicaties de verfranste geest en de "verhollandsing". Vermelden we hierbij de verscheidene uitgaven van zijn Nederduitse Bloemlezing en Nederduits Leesboek (in samenwerking met Muyldermans) waarin vooral de Vlaamse auteurs werden belicht. Zijn werken werden in de vrije secundaire instellingen decennia lang gebruikt; in de colleges verkreeg zijn Bloemlezing de bijnaam van Manuel du flamingantisme.
In 1886 nam Bols het initiatief tot oprichting van het tijdschrift Het Belfort. Daarnaast was hij een van de eerste leden en tevens voorzitter (1906-1914) van de in 1898 gestichte kring Eigen Leven.
Werken
J. Bols en J. Muyldermans (red.), Nederduitse Bloemlezing (later Bloemlezing), I, 14 uitgaven, 1884-1926; II, 7 uitgaven, 1888-1921;
id., Nederduitsch Leesboek, 6 uitgaven, 1896-1916;
Honderd oude Vlaamse Liederen met woorden en zangwijzen verzameld en voor de eerste maal aan het licht gebracht, 1897 (heruitgave in 1992);
Brieven aan Jan Frans Willems, 1909;
Schets eener Geschiedenis der Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde van 1870 tot 1910, 1910.
Literatuur
J. Muyldermans, 'Pastoor Bols', Ons Volk Ontwaakt, jg. 7 (1921), p. 167;
id., 'Ter Nagedachtenis van Dr. Jan Bols', in Dietsche Warande en Belfort, jg. 66 (1921), p. 707-722;
id., 'Dr. Jan Bols Herdacht', in Jaarboek van de KVATL (1923), p. 53-106;
J. Persyn, 'Jan Bols', in NBW, II, 1966;
L. Gevers, Bewogen Jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), 1987;
C.D., 'Werchter vergeet hem niet. 1992: Het jaar van Jan Bols', De Nieuwe Gids, jg. 44 (23 oktober 1991);
J. Ceulemans, J. Cools, A. Jans (e.a.), Gedenkboek Jan Bols (1842-1921), 1992; - - B. Minnen, Gedenkboek Jan Bols (1842-1921), 1992.
S. de Rijck, Het leven en werk van priester Jan Bols tijdens de periode 1842-1884, KUL onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1994.