Nieuw Vlaanderen (1934-1944)

Uit NEVB Online
Versie door ADVN (overleg | bijdragen) op 10 jan 2019 om 12:31 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

"Algemeen Weekblad", opgericht in december 1934 met twee proefnummers (16 en 22 december); verscheen tot 2 september 1944, met een onderbreking van mei tot oktober 1940.

Het blad werd gedrukt bij Jan van Mierlo, proost te Turnhout. Aanvankelijk op klein formaat gedrukt, breidde het zich reeds in de 2de jaargang uit in formaat en omvang (24 bladzijden, tijdens de oorlogsjaren teruggebracht tot 8 bladzijden). Het had een oplage van ongeveer 2000 exemplaren.

Het initiatief ging uit van de Vlaamse Klub te Leuven, een groep professoren met de germanist Hendrik J. van de Wijer als animator. Van de Wijer had de algemene leiding en werd bijgestaan door een redactiecomité, dat aanvankelijk bestond uit: mr. L. Bosmans, Jules Cardyn (later vervangen door Richard van Cauteren), mr. E. van Dessel, Amaat Dumon, Gaston Eyskens, Floris van der Mueren, ir. A. van Overstraeten, Filip de Pillecyn, ir. Franz Schoorens. Redactiesecretaris was de Leuvense atheneumleraar Theo de Ronde, in oktober 1937 opgevolgd door Jef van de Wiele en in oktober 1940 door Joos Florquin. Naast de redactie kon Nieuw Vlaanderen rekenen op een 60-tal losse medewerkers. Het beschermcomité groeide uit van een 20-tal tot een 70-tal leden. Hiertoe behoorden onder anderen Ernest Claes, Frans Daels, Lodewijk Scharpé en Felix Timmermans, vanaf 1939 ook Hendrik Borginon, Leo Delwaide en Fernand van Goethem.

Het blad besteedde een ruim aandeel aan cultuur, maar viel voor 1940 toch vooral op door zijn politieke standpunten. Het diende zich aan als katholiek, maar niet-partijgebonden. Uitgangspunt en maatstaf was "de volstrekte in haar consequentie doorgevoerde eentaligheid in Vlaanderen". Maar geleidelijk trad een radicalisering op, waarbij het negenpuntenprogramma van De Standaard van 11 juli 1935 een rol speelde. Op 17 augustus 1935 koos Nieuw Vlaanderen voor het federalisme en het is aan deze stellingname dat het zijn eigen karakter en belang ontleent. De uitwerking van het federalisme was vooral het werk van Louis van Bauwel. Kenmerkend was het tweeledige ervan, met Brussel als onderdeel van Vlaanderen.

Door deze federalistische stellingname was het blad radicaler dan de katholieke partij en haar taalwettenpolitiek, en minder radicaal dan het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) en zijn anti-belgicisme. Niettemin beschouwde het blad het federalisme als het platform waarop een Vlaamsche Concentratie tot stand kon worden gebracht. Vanaf augustus 1935 nam Nieuw Vlaanderen het voortouw in deze beweging. Het blad kan beschouwd worden als de tolk van katholieke intellectuelen die zich niet meer thuis voelden in de katholieke partij, maar de stap naar het VNV niet wilden of konden zetten en dus pleiten voor de overbrugging van de tegenstellingen. Het beïnvloedde de Katholieke Vlaamsche Landsbond (KVL) en leunde vanaf 8 maart 1936 sterk aan bij het herstichte Katholiek Vlaamsch Oud-Hoogstudentenverbond (KVOHV), waarvan het in 1938 trouwens het orgaan zou worden. Het KVOHV stond eveneens onder het voorzitterschap van Van de Wijer en huldigde in zijn programma het federalisme.

De campagne voor een Vlaamsche Concentratie kreeg vaste vorm na de parlementsverkiezingen van mei 1936. Op initiatief van de groep rond Nieuw Vlaanderen, de KVL en het KVOHV werd te Leuven het Congres der Vlaamsche Concentratie gehouden (19 juli 1936), waarvan de verslagen in Nieuw Vlaanderen werden gepubliceerd. Onder invloed van de communistische successen in Spanje, Frankrijk en in mindere mate België, gaf het blad aan de Vlaamsche Concentratie een rechtse invulling, waarbij een staatshervorming in autoritaire en corporatieve zin werd overwogen. In dit licht stond het blad positief tegenover het akkoord VNV-Rex. De ondertekening van het Beginselakkoord KVV-VNV, op 8 december 1936, beschouwde Nieuw Vlaanderen als het resultaat van zijn eigen optreden.

Vanaf maart 1937 kregen VNV-leden meer greep op het blad. Ook Tony Herbert publiceerde er regelmatig in. Er kwam meer plaats voor autoritair corporatisme en kritiek op het parlementair regime. Het blad bekritiseerde de Katholieke Vlaamsche Volkspartij (°1936) (KVV) en Frans van Cauwelaert en nam een positieve houding aan ten opzichte van het VNV, vooral in het licht van de heropflakkerende concentratie-idee rond de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1938.

Toen het blad na een korte onderbreking (jg. 6, nr. 18: 4 mei 1940) op 5 oktober 1940 opnieuw verscheen, impliceerde dat concessies aan de Duitse bezetter. Het stond in het teken van de Nieuwe Orde en voerde propaganda voor de Volksbeweging, die als de realisatie van de oude concentratie-droom werd beschouwd. Enkele vroegere medewerkers, waaronder Eyskens, Bosmans, Van Goethem, Van Bauwel en Stijn Streuvels distantieerden zich. Midden 1941 verdwenen de politieke bijdragen, maar in de behandeling van de cultuur bleef de Duitse schaduw over het blad aanwezig. De bevrijding betekende het einde voor het weekblad.

Tijdens het interbellum was Nieuw Vlaanderen een der belangrijkste Vlaamse weekbladen, niet alleen door zijn radicale houding maar ook door de degelijkheid van de bijdragen ondertekend door specialisten op alle gebieden van kunst en wetenschap.

Literatuur

K. Pector, Nieuw Vlaanderen en de Vlaams-katolieke koncentratie 1935-1944, KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1979.

Verwijzingen

zie: federalisme, Vlaamsche Concentratie.

Auteur(s)

Emmanuel Gerard