Kervyn de Lettenhove, baron Joseph C.M.B.
(Sint-Michiels 17 augustus 1817 – Sint-Michiels 2 april 1891).
Was van Ierse afkomst. Kervyn de Lettenhove studeerde te Parijs rechten en promoveerde in 1836; nadien volgde hij aan de Sorbonne colleges geschiedenis bij Jules Michelet en François Guizot en geraakte bevriend met Augustin Thierry. Van 1839 af wijdde hij zich volledig aan de geschiedenis en publiceerde in 1847-1850 zijn eerste en tegelijkertijd bekendste werk, de zesdelige Histoire de Flandre, die tot 1900 verscheidene herwerkte uitgaven kende. Voor dat werk kreeg hij in 1851 als eerste de vijfjaarlijkse staatsprijs voor vaderlandse geschiedenis. Het jaar daarvoor was hij lid geworden van de Académie royale de Belgique, in welke hoedanigheid hij de laatmiddeleeuwse kronieken van Froissart, Chastellain en Commynes uitgaf. In 1865 werd hij bovendien lid van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis en fungeerde van 1871 tot zijn dood als haar voorzitter; ook bij die Commissie publiceerde hij kronieken of documenten met betrekking tot de Belgische Middeleeuwen of de 16de eeuw. Inmiddels was Kervyn de Lettenhove sedert 1861 katholiek volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Eeklo en bleef dat tot zijn dood. Van juli 1870 tot december 1871 was hij minister van binnenlandse zaken in het katholieke kabinet van J. d'Anethan. In de jaren 1880, ten tijde van de schoolstrijd, publiceerde hij de katholiek-partijdige Les huguenots et les gueux (6 dln., 1883-1885) en Mary Stuart (2 dln.,1889).
Kervyn was niet alleen een katholiek, maar ook een Vlaamsgezind politicus en historicus. Zijn Histoire de Flandre, over het oude graafschap Vlaanderen van de vroege Middeleeuwen tot zijn verdwijning ten gevolge van de Franse inval en annexatie van 1792-1794, verscheen ten tijde van de beginnende V.B. en heeft zeker bijgedragen tot het nieuwe Vlaamse bewustzijn. Opmerkelijk in dat boek is de invloed van Thierry: Kervyn interpreteert Vlaanderens middeleeuwse geschiedenis als een rassenconflict met op internationaal vlak de strijd van Vlamingen tegen Fransen, en op Vlaams binnenlands vlak die tussen de Franken in binnen-Vlaanderen en de Saksen in kust-Vlaanderen. Deze laatsten worden Kerels genoemd, maar dat is een uitvinding van Kervyns romantische fantasie, die door Hendrik Conscience (De Kerels van Vlaanderen) en andere literatoren werd overgenomen. Kervyn deed, in deel 1, ook mee aan de romantische verering van de zedelijk superieur geachte Germanen en aan de ophemeling van Vlaamse volksleiders, inzonderheid Jacob van Artevelde. Ook de rest van het historische oeuvre van Kervyn getuigt van zijn liefde voor Vlaanderen, zij het dan vooral het ten onder gegane oude graafschap van die naam.
Maar Kervyn zag ook het nieuwe Vlaanderen en verdedigde als politicus zijn culturele identiteit. Toen procureur-generaal Mathieu Leclercq in 1864 in de Academie, ter wille van de eenheid van het land het gebruik van het Frans voorstond en de V.B. afwees, verdedigde Kervyn de stelling dat de meertaligheid la force et l'honneur de la Belgique was en dat die in dienst stond van Belgiës neutraliteit. Overigens zouden de Vlamingen nooit hun taal opgeven en dienden de ambtenaren de taal van het volk te spreken. Ook in het parlement, en vooral in de jaren 1871-1878, toen de katholieken aan de macht waren en de eerste taalwetten werden goedgekeurd, was Kervyn als gezaghebbende figuur van de rechterzijde een verdediger van de Vlaamse taal, vooral in rechtszaken (taalwetgeving, gerecht). Als eerste onder de ministers liet hij omzendbrieven en Koninklijke Besluiten in de beide landstalen rondsturen. Op 21 december 1872 eiste hij dat de Parlementaire Handelingen en de officiële documenten ook in het Nederlands zouden verschijnen.
Werken
Histoire de Flandre, 6 dln., 1846-1850, 1853-18542, 1874-18753, 18834 en 18985 (postuum);
'L'unité de la langue en Belgique', in Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique (1864), p. 655-622.
Literatuur
P. Henrard, 'Notice sur la vie et les travaux de Baron J.B.M.C. Kervyn de Lettenhove', in Annuaire de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique (1894);
Le Baron Kervyn de Lettenhove (1817-1891). Notes et souvenirs réunis par un de ses enfants, 2 dln., 1900;
H. van Houtte, 'Le baron J. Kervyn de Lettenhove', in La Commission Royale d'Histoire 1834-1934. Livre jubilaire, 1934, p. 169-180;
N. Thiry, 'J.C.M.B. Kervyn de Lettenhove', in BN, XXIX, supplément 1, 1957, kol. 734-739;
F. Vercauteren, Cent ans d'histoire nationale en Belgique, I, 1959;
H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse gedachte, II- III, 1963-1964.