Calbrecht, Jozef

Uit NEVB Online
Versie door ADVN (overleg | bijdragen) op 8 jan 2019 om 17:27 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

(Sinaai-Waas 10 april 1886 – 1977).

Werd op 16 juli 1911 te Scheut tot priester gewijd en nam datzelfde jaar zijn intrek in het missiehuis in Leuven waar hij de voorbereidingen trof voor een eigen studiehuis voor Scheutisten.

Calbrecht was van bij het begin een voorvechter van het Leuvense Amicitia en de geheime stootgroep van deze studentenvereniging, het Ridderschap van Sint-Michiel, waarvan hij aalmoezenier was van de Oost-Vlaamse afdeling. De geheime vergaderingen van de afdelingen hadden tot het uitbreken van de oorlog plaats op zijn kamer in het klooster. Na de oorlog maakte hij geen deel meer uit van het heropgerichte Ridderschap. Binnen het klooster richtte Calbrecht voor zijn confraters op 10 december 1910 een Vlaamsche Sprekersbond Het Kerschouwken op met het doel Vlaamse sprekers op te leiden die in staat zouden zijn zonder schroom te allen tijde het woord te nemen. De activiteiten van de Sprekersbond liepen tot het midden van 1914. Daarnaast stichtte Calbrecht in 1913 het Secretariaat van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS), waarvan hij het werk tot 1922 op zich nam. Omdat hij anoniem wenste te werken en aldus niet op het voorplan hoefde te treden werd Emiel Vliebergh officieel voorzitter van het Secretariaat. Daarnaast hielp Calbrecht bij de oprichting van studentenverenigingen. Naast zijn eigen jongensbond Al Groeiende Bloeiende steunde hij ook Gabriëlla van Caeneghem bij de oprichting van de Lokerse meisjesstudentenbond Bloeiende Bloemen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef Calbrecht van november 1914 tot eind 1915 te Oxford. In 1915 werkte hij mee aan de stichting van het Belgisch College aan het Sir Johns College aldaar waar hij bevriend werd met Jules Persyn. In 1915 kwam hij in De Panne aan, maar hij kon van de legerleiding – mogelijks omwille van zijn flamingantisme – geen toestemming verkrijgen voor de oprichting van een tehuis waar confrater-soldaten even zouden kunnen verademen. Daarna doceerde Calbrecht in 1916 in Haaren, nam hij de zielzorg van het vluchtelingenkamp in Amersfoort op zich en stichtte in 1917 het weekblad De Klok uit België en La cloche de Belgique. Voordien had hij reeds enige ervaring opgedaan in Vrij België, De Belgische Standaard en De Stem uit België. In De Klok kwamen vooral de katholieke geloofsovertuiging, sociale bekommernis en vaderlandsliefde aan bod. In zijn editorialen trachtte hij de vluchtelingen moed in te spreken. Voor zijn werk in de vluchtelingenkampen ontving Calbrecht op 23 augustus 1920 la medaillon d'or du Roi Albert.

Na de oorlog steunde Calbrecht Frans van Cauwelaert op de vergaderingen ter verdediging van het minimumprogramma. Dit werd hem echter van hogerhand verboden. Tot 1924 bleef hij redenaar op studentenvergaderingen. Van Cauwelaert zocht hem eveneens aan voor de redactie van De Standaard, maar zijn overste weigerde. In 1922 promoveerde hij in de geschiedenis en twee jaar later vertrok hij naar de Filippijnen. Toen hij in 1930 terugkwam, wijdde hij zich aan historisch onderzoek en aan pastoraal werk.

Literatuur

A. de Vleeschauwer, 'eerwaarde Pater Dr. Jozef Calbrecht', in Ons Volk ontwaakt, jg. 10 (1924), p. 507; 
F. de Pillecijn, 'Pater Calbrecht', in Pallieter, jg. 3, nr. 24 (19 oktober, 1924), p. 1-3; 
P. Parmentier, Dr. Jozef Calbrecht: een pater Scheutist in de Vlaamse Beweging (1886-1977), KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1989.

Auteur(s)

Martina de Moor